18
die kapiteins der Artillerie en Genie vrij zijn gebleven Of was deze
soms bij die wapens nietnoodig?
Men zal ons thans vragen, aan welke eischen dan hebben sommige
kapiteins der Infanterie bij hunne beproeving moeten voldoen? Dat
weten wij niet, dat weet niemand, maar dat weet het Legerbestuur
ook niet! Die eischen voor Majoor der Infanterie zijn tot dusverre
niet geformuleerd; want, zoo ja, dan had ieder kapitein der Infanterie
die moeten weten, dan zou het Legerbestuur die eischen nooit geheim
hebben mogen of kunnen houden. Maar men zij gerustdie eischen
zijn niet omschreven. Er bestaat geen programma! Dat blijkt ook
zeer duidelijk uit het in den vorigen jaargang van dit tijdschrift
geplaatste opstel: „De eischen voor den majoorsrang bij het wapen
der Infanterie". Men heeft beweerd, dat het stellen van die eischen
niet in een voorschrift kon worden samengevat. Och kom! Hoe is
het mogelijk? Men ziet er wel kans toe, koninklijke besluiten te
provoceeren, die ons haarfijn vertellen, wat een stafofficier moet ken
nen maar men zoude geene kans zien, te omschrijven, wat een
Majoor der Infanterie behoort te weten! Is dat ernstig gemeend?
Niet, dat wij voor een examen voor Majoor gestemd zijnhet denkbeeld
zelf is zeer slechtmaar nu men zonder of door toedoen van het
Departement van Oorlog, dat weten we niet aan de beproeving
van sommige kapiteins der Infanterie het onmiskenbaar examenka
rakter gegeven heeft, nu eischte ook de billijkheid en rechtvaardig
heid, dat ieder kapitein in den bundel Algemeene orders kon zien,
waaraan hij eventueel te voldoen had, wanneer hij eens bij het 10° of 9"
bataljon Infanterie beproefd zoude worden. En zoodanige eischen te
formuleeren, ware o. i. geene onmogelijke taak.
Dat die eischen werkelijk nooit geformuleerd zijn, blijkt ons uit
de wijze van beproeving en het systeem van onderzoek, bij het 9e en
10° bataljon toegepast, sedert bij die corpsen kapiteins voor den
majoorsrang beproefd werden. Zoolang deze beproeving nog geen
drie jaar plaats vindt, is zij aan vier Majoors opgedragen. Ieder
hunner had zijne eigene opvattingniet alleen omtrent de wijze van
beproeving, maar ook ten aanzien van het systeem van onderzoek om
trent de kundigheden, die, volgens hun oordeeleen Majoor der In
fanterie in de eerste of tweede plaats moest bezitten. Inderdaad volgens