391 uitbreiding. Over den aard en de gevolgen dier wettelijke verbreking der dienstbetrekking, de vervallenverklaring van den militairen stand, bestaat echter, bij gebreke van eene nadere omschrijving, zeer groot verschil van gevoelen. Volgens de jurisprudentie van den Hoogen Raad zou zij het eigenaardige kenmerk van onteerende straffen zijn en dus overeenstem men met de cassatie, vermeld in art. 32, 1°. Crimineel "Wetboek. Deze meening, door velen gedeeld, heeft echter steeds bij anderen hevige bestrijding ondervonden en is onder anderen ook door het Hoog Militair Gerechtshof verworpen. Maar ook onder hendie aan de vervallenver klaring het karakter van eene wettelijke infamie ontzeggen, bestaat ver schil van meening omtrent de gevolgen. Terwijl de een aanneemtdat de vervallenverklaring eene voortdurende onbekwaamheid om te dienen ten gevolge heeft, overeenstemt met de cassatie van art. 32, 2°. Crimineel "Wetboek, beweert de ander, dat zij niets is dan hetgeen de naam aan duidt, eene enkele verwijdering uit de dienst, zonder eenige blijvende on bekwaamheid; dat zij overeenstemt met de cassatie, vermeld in art. 32, 3°. Crimineel "Wetboek. Het is niet noodig, in dit geschil uitspraak te doen, maar dat het wenschelijk is die strijdvraag, die zulk eene onzeker heid werpt over de burgerlijke en staatsburgerlijke rechten van tallooze personen, voor het vervolg af te snijden, zal wel geen betoog behoeven. Jaarlijks wordt een aantal veroordeelden vervallen verklaard, zonder dat is uitgemaakt of die personen eerloos zijn, of hun huwelijk op dien grond door echtscheiding kan worden ontbondenof zij als getuigen onder eede kunnen gehoord worden, of zij eenig burgerlijk ambt of bediening kun nen bekleeden, of zij bij de zee- of landmacht of bij de schutterij kunnen dienen. Aan die onzekerheid is bij dit ontwerp een einde gemaakt. Daar bij zijn als het ware twee soorten van vervallenverklaring aangenomen, de eene welke eene duurzame, de andere welke slechts eene tijdelijke onbe kwaamheid om den lande als militair of militair geëmploieerde te dienen ten gevolge heeft. Bij veroordeeling, hetzij tot eene der onteerende straf fen van het gemeene recht, hetzij tot eene langdurige militaire gevangenis straf, ter zake van een zwaar militair delict, behoort een latere terug keer in de gelederen te worden afgesneden. Bij veroordeeling tot eene minder zware straf is dit daarentegen moeilijk te rechtvaardigen. Het belang van de dienst kan ook dan eischendat de Staat ontheven worde van den band, door de dienstverbintenis of de wettelijke dienstverplich ting tusschon hem en den veroordeelde geknoopt, dat de bestaande dienst betrekking worde verbroken. Het is echter in strijd met goede begin selen van strafrecht, aan zoodanige minder zware straften eene voortdu-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 312