396 glement van krijgstucht voor het krijgsvolk te lande, wordt afgeschaft. Art. 2. De straffen van het cachot of gat alsmede die van het provoost worden, voor zooveel daartoe gelegenheid bestaat, in eenzame opsluiting ondergaan. Sluiting in do boeien heeft plaats zonder kromsluiting. Art. 3. De straf van het wegzenden met'een briefje van ontslag blijft gehandhaafd, ook waar zij door het Reglement vereenigd met de straf van slagen wordt bedreigd. Art. 4. Onder de straf van degradatie wordt in het Reglement verstaan het terugbrengen van een onderofficier tot den stand van soldaat, met dien verstande dat hij bij goed gedrag op nieuw voor bevordering in aanmer king kan komen. b. Memorie van toelichting. De straf van slagen bekleedt in het Reglement van krijgstucht voor het krijgsvolk te lande eene zeer ondergeschikte plaats. Yolgens art. 31 kan zij alleen worden toegepast op mindere militairen, die ter zake van wangedrag in eene afzonderlijke klasse, de klasse van discipline, zijn ge plaatst. Ook voor deze is zij in de laatste tijden steeds meer en meer beperkt en is het wenschelijk haar te doen verdwijnen. Militairen, die voor geene andere bestraffing dan slagen gevoelig zijn, belmoren wegge zonden te worden uit de dienst, welke van zulke personen toch geen baat heeft. De ondergeschikte plaats, die zij in het disciplinaire strafstelsel bekleedt, maakt het mogelijk, haar af te schaffen, zonder overigens dat strafstelsel te herzien. De straffen, in art. 28 tot 30 vastgesteld kunnen blijven. Alleen is het noodig, het kromsluiten, thans bij het Reglement van krijgstucht niet uitgesloten, te verbieden en daarentegen de bepaling van eenzame opslui ting in de provoost en het cachot aan te nemen. Eene gemeenschappe lijke detentie voor korten tijd bezit vooral voor luie en onverschillige individuen geringe klem. Om echter de eenzame opsluiting toe te passen, bestaat de gelegenheid niet overal en zal zij, zelfs ingeval in alle kazernes strafcellen waren, soms ontbreken, wanneer velen gelijktijdig die straf moeten ondergaan. Het is alzoo niet wel mogelijkdien vorm van opslui ting onbepaald voor te schrijven. Als regel is hij echter gebiedend, behoudens het geval van onmoge lijkheid van uitvoering. De bepaling van art. 3 strekt om allen twijfel weg te nemen of do

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 317