Onze opinie omtrent het karakter van het stelsel van beproeving, zoo als we die uit de kennisneming van gedane vragen hebben gevormd, mogen we echter niet verbloemen. Twee vooroordeelen kenmerken dat stelsel: de eeredienst der examens en het geloof aan het alvermogen der school. Na een onderzoek in de wetenschappe lijke kennis van den kapitein van eenige uren, achtte soms de exami nator de Majoor zich bevoegd, met juistheid de kennis, d. i. de bruikbaarheidin den kapitein aanwezig, te constateeren. Men zag daarbij over het hoofd, dat een examen wel, maar ook hoogstens, uit spraak kan doen over het bezit van eenige formeele kennisdoch nimmer over de bekwaamheidveel minder over de geheele waarde der persoonlijkheiddie meer door de kracht van geest en wil dan door den omvang en de kracht van het geheugen bepaald wordt. Zoo misleidde men zich zeiven en werden anderen misleid, zoo werden velen op een dwaalspoor gebracht. Men vergat, hoe vluchtig het bezit van alle kennis is, vooral van de voor een examen ingepompte. En zóó studeerden velen, omdat zij het niet beter wis ten, omdat de meeste hunner chefs hun niet konden zeggen, hoe zij hunne beproeving moesten opvatten, en, die opvatting zeiven niet of gebrekkig kennende, door het ontbreken van de noodige voor schriften van hooger hand, in hunne taak weinig bevorderlijk voor de noodige kalmte en het overwinnen van een natuurlijk en begrijpe lijk wantrouwen bjj hunne ondergeschikten tot de rol van exami nator vervielen. Dat was wellicht in de eerste plaats te wijten aan het gebrek aan openbaarheid, dat in deze aangelegenheid door het Departement van Oorlog betoond werd. Maar hoe het ook zij, het geheele stelsel, dat wantrouwen en ontevredenheid kweekte en eerlijke chefs beschuldigingen naar hot hoofd wierp, deugde niet. Tiet certi ficaat van een examen, zelfs uit handen van bevoegde examinatoren ontvangen, bewijst alleen, dat op die en die dagen een kapitein ten genoege van een Majoor heeft geantwoord op eenige vragen, welker strekking en omvang de kapitein voor een deel met min of meer waarschijnlijkheid had kunnen voorzien. Twee jaren later zal die zelfde kapitein, zoo men hem Majoor heeft gemaakt, in een practi- schcn werkkring voortdurend bezig en niet meer of in eene andere richting studeerende, waarschijnlijk in de zelfde vakken weder examen 20

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 31