309 - nog niet genomen, het voorbeeld van andere marines bewijst de moge lijkheid. Bij de in de Memorie van Toelichting opgenoemde kunnen nog gevoegd worden de OistenrijkichsZwzeische, Nuorweejiche en TurJcsche marines. Zeer zeker zouden daar de lijfstraffen weder zijn ingevoerd, ware het gebleken, dat zij voor de handhaving der tucht onmisbaar zijn. Er is geene reden om ons scheepsvolk te beschouwen als van een minder gehalte dan dat dier buitenlandsche marines! Men kan integendeel met grond beweren, dat het gehalte sedert 1815, het tijdstip van invoering van het wetboek en reglement, verbeterd is en nog gaandeweg verbetert. Yooral gold bij de meerderheid de gewichtige grond, «lat in het voort bestaan der lijfstraffen voor een groot deel de tegenzin ligt tegen de dienst bij de zeemacht. Toen eenige jaren geleden eene kanonneerboot de reis door ons vaderland deed om jongelieden tot dienstneming uit te lokken, was de algemeene vraag van ouders en voogden of de lijfstraffen nog toegepast werden. En op het bevestigend antwoord weigerden de meesten hunne kinderen bloot te stellen aan het gevaar en de schande eener lichamelijke mishandeling. Een feit is het, dat de onderofficiersraug niet zelden wordt geweigerd uit tegenzin om tot het toedienen eener lijfstraf te kunnen worden geroepen. Ook meende men te weten, dat de verzoeken om bij de zeemilitie geplaatst te worden, die niet aan de disciplinaire lijfstraffen onderworpen is, vrij talrijk zijn, terwijl daarentegen zeer weinig miliciens als matrozen bij de marine overgaan, omdat er nog geslagen wordt. Een zeer groot gedeelte, veel meer dan de helft der voorkomende gevallen van insubordinatie bij de zeemacht zijn volgens ontvangen mededeeling toe te schrijven aan den wrok over ondergane lichamelijke tuchtiging. Het kan daarbij niet ontkend worden, dat de lijfstraffen niet altijd met billijkheid en gematigdheid worden toegepast. Alles hangt hierbij af van de persoonlijkheid van den bevelvoerenden officier; is deze ruw of wreedaardig van inborst, dan is de vrees voor misbruik alles behalve denkbeeldig. En dat in de practijk de neiging bestaat om in de toepassing de lijfstraffen nog te verzwaren, kan blijken uit de door die practijk inge voerde kromsluiting, het zitten op den rooster, in zijn drek en dergel ij ken. Toegegeven, dat in zeldzame gevallen de straf van slagen boven die van gevangenis de voorkeur verdienen kan, dan moet het toch onmogelijk geacht worden, bepalingen te maken, waardoor voor die zeldzame gevallen het gebruik zou kunnen behouden worden, zonder het gevaar van groot en veelvuldig misbruik. Juist om die reden werden eenige jaren geleden de rottingslagen in Nederlandsch Indië als politiestraf afgeschaft en welk weldenkende zal de herhaling der vele gruwelen wenschen, waartoe die

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 320