411
Hoog Militair Gerechtshof geldt, niet ook op de lagere instantie kunnen
worden toegepast?
Men meende bij deze gelegenheid zich niet te moeten verdiepen in een
onderzoek naar het meest verkieslijke stelsel van militaire rechtspleging,
maar achtte zeer wel uitvoerbaar een stelsel, dat, met opheffing van het
Hoog Militair Gerechtshof en van de militaire auditiën, de rechtspraak
over alle misdrijven, door militairen gepleegd, opdraagt, met toevoeging
van militaire leden, in eersten aanleg aan daartoe aan te wijzen recht
banken, in appel aan de gerechtshoven, terwijl het beroep in cassatie zou
gelden op den voet, waarop liet in de burgerlijke strafrechtspleging werkt.
Op de vraag of de herziening der militaire strafrechtspleging van meer
urgenten aard is dan die der strafwetgeving, werd een bevestigend ant
woord gegeven, in dien zin namelijk, dat de gebreken van de strafwetboeken,
hoe onhoudbaar ook op den duur, gelijk reeds is gebleken in meer dan
één opzicht, een correctief vinden in de practijk en in het gebruik van
het recht van gratie, terwijl dat correctief bij de strafrechtspleging toe
passing mist. Afgescheiden daarvan, kan van geene prioriteit van het een
boven het ander sprake zijn, waar men te doen heeft met eene straf-
wetgeving, die even slecht is als'de strafrechtspleging.
5. De Commissie van Rapporteurs moet nog melding maken van
de meening van enkele leden, die in elk geval partieele herziening hier
noodig achten. Zij herinnerden, dat de zelfde bezwaren, die men nu tegen
deze partieele herziening doet gelden, reeds in de Voorloopige Verslagen
van 186S/69 en 1869/70 waren aangevoerd, maar dat toch destijds bij
het herhaald onderzoek in de afdeelingen vele leden van oordeel waren,
dat men in elk geval nemen moest, wat voorgesteld wordt, als dit op
zich zelf goed is en althans een begin van verbetering aanbrengt in den
bestaanden allertreurigsten toestand. Hadden toen de te absolute eischen
van de tegenstanders der partieele herziening niet afgeschrikt van de
verdere behandeling der Rogeerings-voorstellen, wij zouden hoogst waar
schijnlijk na 8 of 10 jaren verder gevorderd zijn en de tot stand gebrachte
partieele wijzigingen zouden het werk der algeheele herziening gemakkelijker
hebben gemaakt.
Het kan niet worden toegegeven, dat partieele herziening gemist kan
worden, omdat de practijk en het gebruik van het recht van gratie reeds
de gebreken hebben gecorrigeerd, die de herziening moet wegnemen. Men
achtte het een ongezonden toestand, waarin op deze wijze wetten verbeterd of
eigenlijk verminkt worden. Konden nu dadelijk, immers niet betrekkelijken
spoed, de bestaande militaire wetboeken door andere vervangen worden,