22
staat en de maatschappij, de ftissche denkbeelden verkrijgt, die reeds
buiten dat leger gehuldigd worden. Het systeem zijner opleiding is
de oorzaak van veel verkeerds, ook van de weinige populariteit
van bet officierscorps. Eene geheele verhandeling ware hierover te
schrijven, doch 't is hier de plaats niet, daarover uit te weiden.
Dat het Indische leger, zoo als herhaaldelijk gebleken is, in Indie
weinig geteld wordt; dat mannen, die nimmer eene militaire op
leiding hebben genoten, zich verbeelden, dat leger te kunnen re-
geerendat er zelfs nog vele officieren zijn, die niet heter weten dan dat
het zoo moet zijn en anderen de critiek van militaire zijde, in een militair
orgaan, over het beleid van oorlog in onbevoegde handen als anti-
krijgstuehtelijk beschouwen en zoo doende de duidelijkste blijken geven,
dat zij geene definitie van tucht en recht weten te geven, die deze
jaren lang moesten handhaven en in krijgsraden herhaaldelijk blijken
gaven van de meest absurde denkbeelden van recht en billijkheid, is
alleen aan hunne opleiding te danken. Willen zij, die het leger op
het standpunt wenschen te brengen, dat het in den staat en de maat
schappij behoort in te nemen, daaraan hunne krachten wijden, dat zij
eerst beginnen, den officier het denkbeeld in te prenten, dat hij in
de eerste plaats mondig is. De volkomen onderwerping aan de krijgs
tucht is nooit in strijd met de ontwikkeling van het gevoel van
eigenwaarde, vooral niet van recht en billijkheid. Een officier houdt
niet op, burger van den Staat te zijn. Hem moeten de belangen van
den Staat evenzeer als die van het leger ter harte gaan; hem moet
geleerd worden, dat de staatsbelangen de hoogste en die van het
leger dat geen China in den Staat vormt daaraan onvoorwaar
delijk ondergeschikt zijn. En wanneer de belangen van den Staat
door sommige personen, die hunne hooge betrekkingen aan den Staat
en niet aan eene soort van onbepaald recht verschuldigd zijn, slecht
behartigd worden, heeft de officier, even als ieder burger van den
Staat, het recht, daarover zijne denkbeelden door de pers bekend
te maken, mits blijvende binnen de perken zijner rechtendat grond
wettig begrip is niet in strijd met de krijgstucht, want deze heeft er
niets mede te maken. Alleen wanneer men den officier het begrip
duidelijk maakt, dat hij zich niet mag onttrekken aan zijne staats
burgerlijke plichten, zal hij langzamerhand in den Staat meer invloed