437 van het Legerbestuur? Men ga eens na, hoe goed b. v. het Duitsche Fransche en in den laatsten tijd vooral het Engelsch legerbestuur steeds zorgt voor goed bijgewerkte verzamelingen van bepalingen, op hetleger- beheer betrekking hebbende. In dit opzicht valt voor ons legerbestuur nog veel te doen. Algemeen is dan ook de klacht en men zegge gerust gegrond dat de meeste voorschriften langzamerhand door de talrijke daarvan bestaande, in verschillende Algemeene orders verspreide amplia tion en alteration niet voor sommigen, die met eene, overigens lofwaar dige, boekhoudersaccuratesse behebt zijn in het bijhouden van alle mogelijke bepalingen, maar voor het gros dat daarvoor eene vergeeflijke antipathie koestert onbruikbaar geworden, terwijl die, welke aan dit euvel niet mank gaan, vaak nog zeer moeilijk, door de alles behalve gemakkelijke wijze van verkrijgbaarstelling, te bekomen zijn. Wij zouden hiervan menig voorbeeld kunnen opnoemen. Ieder officier nu, die, zoo als de Heer Focke en zijne voorgangers, de taak van het Legerbestuur overneemt en ons leger herziene en tot op den jongsten dag bijgewerkte voorschriften bezorgt, maakt zich jegens het Indisch officierscorps verdienstelijk. Zoo lang het Legerbestuur, met dat herzien, niet de behoefte gevoelt, wat spoediger, dan gewoonlijk geschiedde, herdrukte reglementen te bezorgen, moge het voorbeeld, door den Heer Focke gegeven, niet het laatste zijn! In het Recueil Militair wordt door den Minister van Oorlog in Neder land telkens, meenen wij, de aandacht gevestigd op nieuw verschenen boekwerken, voor het leger van belang. Het Indisch legerbestuur heeft slechts nu en dan die goede gewoonte gevolgd. Enkele Algemeene orders bevatten boekaankondigingen. Dat is niet kwaad. Zoo worden die aan bevelingen meer op prijs gesteld. Maar wanneer „De lotgevallen van Aladin" of „De reis van kapitein Bontekoe" en andere bijdragen voorde corpsschoolbibliotheek de zelfde introductie of misschien nog andere voor rechten van het Indisch legerbestuur deelachtig werden als Van Heidenss „Gevechtsleer" of andere uitgaven der Haagsche firma Van Cleef, zoude het billijk geweest zijn, ook het hier aangekondigde werk van den Heer Focke zoodanige introductie te geven. Voor den schrijver ware dat eene voldoening geweest voor zijn lofwaardig streven. Van eene erkenning daarvan vonden wij geen syllabe in de Algemeene orders of de Orders voor de Militaire Administratie van 1881. L.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 360