456 betere inrichting en plaats verkrijgen, zoo als, meenen wij, destijds door den kundigen Kapitein Kuhn, directeur der Greweermakersschool, is voorgesteld Moet men voor goed de hoop opgeven, dat de Infanterie hare Normaal Schietschool krijgt? En krijgen de officieren van dit wapen niets te lezen van de verschillende proeven, die verleden jaar op het schietter- rein zijn genomen? Hoe luiden de rapporten omtrent de schietcilinders en Flobert-patronen? En waarom werd niet in het verslag gemeld, dat de afstandmeter van Le Boulengé zoowel hij de Infanterie Cavalerie en Artillerie als hij de Topographische dienst is ingevoerd? „De beproeving van het nieuwe stalen achterlaad veld- en berggeschut heeft nader doen ziendat die vuurmonden zeer goed voldoen. De schietproeven te Batoe Djadjar, met twee stukken van elke batterij ge nomen,gedeelteljk met het doel om de noodige gegevens teverkrjgen voor de samenstelling der schootstafels, hebben de deugdeljkheid van het geschut in elk opzicht bevestigd. Alleen zal de affuit van het berg geschut, die als schietgestel niet vrij van gebreken bleek te zijn, waar- schjnl jk gewijzigd moeten worden. Overleg met de firma Krupp zal nader moeten uitmaken of aan eene wjziging der uitwendige constructie van den vuurmond de op dit punt gerezen bezwaren kan tegemoet ko men. Bij eene reeks van oefeningen, door de divisie veld- en berg- batterjen te Weltevreden gehouden, zjn ten aaDzien van de marsch- en manoeuvreervaardigheid der beide batterijen de beste uitkomsten ver kregen. De zeer gunstige rapporten omtrent de beproeving van het geschut zijn onlangs uit Indie ontvangen. Zoo mogelijk zullen nog in den loop dezes jaars (1881) twee nieuwe batterijen worden uitgezonden, zoo mede een nieuwe voorraad van het kiezelkruit, dat zeer goed heeft voldaan". De proeven op het schietveld te Adiredjo met de in Indië ontworpen gemetselde bedding voor het kustgeschut van 24 cM. zijn eindelijk afge- loopen en hebben eene alleszins bevredigende uitkomst opgeleverd. Deze proeven staan met de stelsellooze fortificatie van Tjilatjap in zeer nauw verband. Ook dit jaar vermeldt de rubriek Fortificatie van het verslag zeer weinig. Natuurlijk. Eene natie die geen geloof hecht aan de mogelijkheid eener defensie van Java tegen een buitenlandschen vijand en daarom elk stelsel bespot, laat slechts pour acquit de con science elk jaar eenige duizenden guldens aan metselwerk vermorsen en denkt dan zoodoende de publieke opinie in het leger eenigszins te hebben bevre- Zie „Indisch Militair Tijdschrift", jaargang 1882, deel I, afl. No 2. „Het inschieten der Artillerie te velde".

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 379