479 élèves op 50 stellende en de studietijd op 2 jaar) met degelijke kennis gewapende onderwijzers te krijgen, is waarlijk niet te verwer pen. Om den maatregel niet te drukkend te doen zijn, zouden wij dien alleen toegepast willen zien op het sc/ioo/onderwijs. Tot de inrichting zouden toegelaten kunnen worden niet alleen mindere militairen, zoowel Europeanen als Inlandersdie bevordering wenschen te maken, maar ook jongelieden der Indo-Europeesche maatschappij, die zich tot eene dienst bij de Infanterie willen ver hinden, op de wijze zoo als in Kampen bij het Instructie-Bataljon geschiedt. In verband met het bovenstaande zou dan het reglement van de Pupillenschool in dier voege gewijzigd moeten worden, dat de pupil niet na een zekeren tijd als soldaat naar een der corpsen gaat, maar, zoodra hij de bekwaamheid er toe heeft, het voor de Militaire school gevorderde toelatingsexamen even als de overige burger aspiranten aflegt en op die inrichting tot korporaal opgeleid wordt. De pupillen, die hunne toekomst bij het corps muziekanten of bij de Topograhische dienst zoeken, zouden hierop eene uitzondering moeten maken. De Corpsscholen alsdan opheffende, zouden de 0,25 voor ieder militair per jaar, ten behoeve van het onderwijs aan die scholen, kunnen vervallen. Wil men bij de corpsen toch scholen behouden voor de kinderen van mindere militairen, dan zou of de Militaire school de schoolbehoeften kunnen verstrekken of de cantinefondsen tot aankoop daarvan kunnen dienen. Behalve het voorgaande zouden wij ook eenige wijzigingen willen zien in het aan het kader te geven onderwijs, dcor bijvoeging o. a. van een vak, dat niet is genoemd, zoowel in deA. O. N° 5 van 1868 als in het opstel van den Heer Sanders in de 1° aflevering van dezen jaargang van dit tijdschrift, namelijk de veldversterkingskunst. Yoor een sergeant, die telkens geroepen kan worden, deel eener expeditie uit te maken, is de kennis der eerste beginselen van de veldversterkingskunst en der bamboe-constructiën toch waarlijk geene weelde. Bij het Neder- landsche leger wordt het wel degelijk gerekend onder de vereischten om voor den onderofficiersgraad in aanmerking te komen. Ten einde overigens de door ons gewenschte details beknopter te

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 402