29 Die afwijking ten nadeele van sommige kapiteins, en dan alleen van het wapen der Infanterie, leverde, omdat ze met te veel onbekende, gegevens omtrent iemands wetenschappelijke kennis rekening moest houden, te weinig waarborgen op voor eene gelijkmatige toepassing- der beproeving van die kapiteins. Te meer was dat het geval, omdat de Infanterie tot dusverre geen chef heeft, die den Legercommandant omtrent de geschiktheid van eenig officier van het wapen beter kan en moet inlichten dan de Chef der IIe afdeeling van het Departement van Oorlog, ook dan nog wanneer, bij de bestaande organisatie van deze afdeeling, een opperofficier der Infanterie aan het hoofd daarvan staat en (of) de Legercommandant ook van dat wapen afkomstig is. liet stelsel van beproeving berustte op geen vasten grondslaghet miste een bepaald voorschrift, duidelijk voor de majoors, comman danten van het 10e en 9e bataljon Infanterie als voor de kapiteins, die beproefd werden, maar vooral niet geheim gehouden voor het leger, dat recht had te weten, in welk opzicht de toekomst van ieder officier in de waagschaal kan worden gebracht door bepalingen, ook van administratieven aard als de hier bedoelde. Het heeft aan den goeden geest in het leger afbreuk gedaan, om dat de geheel onzekere basis, waarop het stelsel berustte, hoe onver diend overigens, de beschuldiging uitlokte, dat het alleen toegepast werd op officieren, die geene academische opleiding hebben genoten, waardoor de oude jaloezie, die, God dank, sedert jaren niet meer in het Indische leger bestond, kiemen kreeg om zich weder te ontwikkelen. En zoo zouden wij aan onze conclusie nog meer uitbreiding kunnen geven, nog meer kunnen doen uitkomen, ivaarom het beproevingstel sel ontijdig, slecht voorbereid en slecht uitgevoerd is, waarom het den weg tot willekeur en tot eene ongewenschte strengere behandeling- van den een dan van den ander open stelt; maar het bovenstaande zij voldoende. Yoldoende vooral, omdat wij de hoofdfout reeds ge noemd en haar natuurlijk op den voorgrond gesteld hebben, die aan het stelsel kleeft. Die fout was eene afwijking der legale bepalingen, welke de rechten op bevordering van ieder officier waarborgen. Door wien die af wijking in het leven is geroepen, weten wij niet, en dat boezemt ons

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 40