489 als op transportvoor den krijgsraadgedetacheerden bij andere wa pens en diensten en in het hospitaal verpleegden. Eindelijk kunnen gevoegelijk niet voor expeditiën worden aangewezen manschappen, wier diensttijd binnen kort komt te expireeren en die zich niet wen- schen of niet mogen reëngageeren. Al deze militairen moeten worden vervangen door geheel valide voor de velddienst, die zich hij de depots bevinden. Die verwisse ling geeft nu wel, wat de sterkte op een bepaald tijdstip aangaat, geene dadelijke vermindering, maar de toevoeging van de bedoelde militairen aan do depots is eene zeer geringe winst aan sterkte van die corpsen, omdat van velen door veroordeeling, totale afkeuiing, pasporteering en gageering geene of slechts voor korten tijd diensten kunnen worden verwacht. Daarentegen zijn de verliezen bij de te velde zijnde corpsen grooter Er zal dus voor die omstandigheden bij de depots moeten aanwezig zijn een grooter percent aan manschappen dan volgens de gemiddelde verliezen noodig is. Hoe groot dit percent moet zijn is, meen ik, voor Indiè niet na te gaan. In Europa rekent men, dat de compagniën eenigeu tijd na het begin der vijandelijkheden met -1- der sterkte verminderd zijn en dat verder tot aan het beslissend oogenblik van het gevecht nog van de overblijvende sterkte aan verlies moet worden gerekend, in t geheel tot aan dat oogenblik de compagniën ongeveer 31 /0 van hare oorspronkelijke sterkte hebben verloren. Nu zijn bij mobielmaking van troepen in Indië de omstandigheden wel verschillend, doch de oorzaken welke verliezen teweegbrengen, zeker niet minder dan in Europa. Rekent men daarom op een verlies van 30°/o aan Europeanen en van 25% voor Amboineezen en Inlandersdan moeten boven de reeds aanwezige manschappen, voor de aanvulling volgens de ad I gestelde voorwaarde, bij de depóts ook zijn aan EuropeanenAmboineezen en Inlandersrespectievelijk 16, 15 en 13,4% van de sterkte eener expeditionaire macht. Het spreekt van zelf, dat eene constante oorlogsreserve alleen voor een beperkt aantal veldbataljons kan worden vereischt, doch bij elk depötbataljon zal toch die reserve voor eén veldbataljon moeten zijn.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 412