511
2. luitenants van 6 a 7 jaar
dienst als zoodanig.
De hier bedoelde officieren moe
ten bovendien in alle opzichten
gunstig bekend staan en tot de
detacheering genegen zijn.
Art. 3.
Het getal en de rang der jaar
lijks te detacheeren officieren zal,
voor ieder wapen afzonderlijk,
bij beide legers gelijk zijn, doch
in geen geval bij ieder van de
beide legers meer bedragen dan
zes officieren van het wapen der
Infanterie en twee van dat dei-
Artillerie.
Art. 4.
De duur der detacheering
wordt op 5 jaren bepaald, de
heen- en terugreis daaronder be
grepen.
termijn in Indië nog minstens
5, in Nederland, nog minstens
10 jaar hebben te dienen, alvo
rens wegens volbrachten dienst
tijd recht op pensioen te kunnen
doen gelden."
Deze eisch is te hoog. Beter
is het, te zeggen dat- de officier
minstens 5 jaar als zoodanig bij
het eigen leger moet hebben ge
diend. Daardoor wordt te gelijk
de keus grooter.
Hierbij te voegen de bepaling,
dat een zelfde officier slechts
eenmaal voor den tijd van 5 jaar
mag worden gedetacheerd.
Plus 1 officier der Cavalerie,
1 idem der Genie,
2 id. der Militaire
Administratie
en 2 id. der Militaire
Geneeskundige dienst.
Het komt ons voor, dat de
termijn van 5 jaar te groot is
en de officieren te veel het eigen
leger ontgroeien. Beter is het,
een termijn van 4 jaar te stellen,
die voor het beoogde doel ook