512 Art. 5. Yoor de officieren van het Nederlandsch-Indische leger, die bij het leger hier te lande wor den gedetacheerd, zal de tijd dei- heen- en terugreis, bij de bereke ning van het eventueel aan hen toe te leggen pensioen, gelden als Indische dienst. De tijd van hun verblijf hier te lande zal hun echter slechts jaar voor jaar worden toegere kend, op den voet als bepaald is bij artikel 5 van het reglement op de pensioenen en gagementen, behoorende bij ons besluit van den 24 November 1859, N° 69. Art. 6. De gedetacheerde officieren zullen overeenkomstig hunnen rang in de sterkte rekenen van het wapen van dat leger, waarbij zij zijn gedetacheerd. wel voldoende zal blijken. Accoord. Alsnog hierbij voegen„Voor het geval echter door ziekte als anderszins een officier binnen den hem gestelden detacheerings- termijn naar het eigen leger mocht terugkeeren dan wel door eene vluggere promotie bij één van beide legers het wederzij dsch gelijk aantal in den zelfden rang gedetacheerden niet langer gelijk zoude kunnen blijven, zullen, op dat geen der beide legers hier van nadeel ondervindt, de offi cieren, voor zoo veel noodig, in een lageren rang in de sterkte mogen rekenen." „Zij deelen evenwel in debevor-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 437