513 Art 7. Wordt een gedetacheerd kapi tein tot hoofdofficier bevorderd, dan keert hij, onverschillig of de tijd zijner detacheering al dan niet verstreken is, zoodra mogelijk naar het leger terug, waartoe hij behoort, tenzij de belangen van de dienst vorderen, dat te zijnen aanzien anders beschikt worde. Art. 8. De gedetacheerde officieren ge nieten zoo voor zich als c. q. voor hunne gezinnen, op den dering van hun wapen bij het leger, waartoe zij behooren en blijven overigens, met opzicht tot ontslag, nonactiviteit en pensioen, onderworpen aan de bepalingen, omtrent een en ander vastgesteld voor het leger, waarvan zij ge detacheerd zijn." Bij het groote verschil van dienstjaren, ook tusschen den nieuw benoemden kapitein van het Indische en van het Neder- landsche leger, zien wij niet in, waarom een tot kapitein bevor derde le luitenant wel, een tot majoor bevorderde kapitein daar entegen niet mag blijven. Wanneer trouwens de bepa lingen omtrent het detachee- ren wijziging erlangden in den door ons aangegeven zin (zie onze aanteekening op artikel 2) dan zoude zich het geval niet meer voordoen, dat een kapitein vóór de verstrijking van zijn de- tacheeringstijd tot majoor zoude bevorderd kunnen worden. De mogelijkheid er van zoude wel niet finaal uitgesloten zijn, doch het geval toch slechts uiterst zeldzaam voorkomen. De gratificatie voor eerste uit rusting voor hen, die bij het Indische leger uit Nederland over-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 438