534
Art. 11. De vervallenverklaring van den militairen stand of van de
betrekking van militairen geëmploieerde heeft van rechtswege ten gevolge
ontzetting van het recht om ooit weder bij de gewapende macht te dienen
of eene betrekking van militairen geëmploieerde te bekleeden.
De vervallenverklaring heeft bovendien de gevolgen, bij art. 9 aan de
cassatie met ontzetting verbonden.
Art. 12. De ontzegging van het recht om bij de gewapende macht of
als militaire geëmploieerde te dienen, wordt uitgesproken voor den tijd
van minstens drie en hoogstens vijf jaren.
Zij heeft van rechtswege teu gevolge de opheffing van de bestaande
dienstbetrekking of het ontslag uit de betrekking van militairen geëm
ploieerde, door den veroordeelde bekleed.
Zij heeft bovendien de gevolgen, bij art. 9 eerste lid, aan de cassatie
verbonden.
De hij het vonnis bepaalde termijn loopt niet voor het uiteinde van
den duur der hoofdstraf.
Art. 13. De degradatie bestaat in het terugbrengen van een onder
officier tot den stand van soldaat.
De gedegradeerde kan bij goed gedrag op nieuw voor bevordering in
aanmerking komen.
De degradatie kan door den militairen rechter worden uitgesproken bij
alle veroordeelingen tot de straf van militaire detentie of tot correctioneele
gevangenisstraf, wanneer hij van oordeel is, dat de veroordeelde ter zake
van het gepleegde feit ongeschikt is om den graad van onderofficier te
behouden.
Art, 14. Bij veroordeeling van een minderen militair tot de straf van
militaire detentie, ter zake van eenig misdrijf tegen de dienst of de su
bordinatie of van herhaalde desertie, kan de rechter bepalen, dat de ver
oordeelde na zijn ontslag uit de detentie zal worden geplaatst in eene
klasse van militairen, aan eene gestrengere krijgstucht onderworpen, voor
een tijd bij het vonnis te bepalen, niet te boven gaande een jaar.
Art. 15. Wanneer een militair tot correctioneele gevangenisstraf zon
der de in art. 12 vermelde ontzegging of tot militaire detentie is veroor
deeld geweest, wordt de tijd zijner hechtenis, ook der preventieve, niet
als diensttijd medegerekend.
Het zelfde geldt ten opzichte van den tijd, in de klasse van militairen,
aan eene gestrengere krijgstucht onderworpen, doorgebracht.
Art. 16. Behalve in de bijzondere gevallen, waarin de poging tot een
militair misdrijf bij het Crimineel Wetboek strafbaar is gesteld, is deze