538 Cavalerie. Is de eerste voorwaarde voor een ruiter, dat hij goed rijdt. goede Infanterie moet in de eerste plaats goed schieten. Dat kan zoo worden door de oprichting van eene Normaal-Scliiet- school. Worden de bij deze inrichting genomen proeven bijgewoond door van de verschillende corpsen daarbij te detacheeren officieren en minderen; wordt hun daarbij de aard en de strekking dier proeven medegedeeld, nadat zij eerst op een aan die inrichting te geven cursus voldoende onder legd zijn in de kennis van de draagbare vuurwapenen, de kogelbaan en de theorie van het schot, dan verkrijgt men zoodoende eene kern van onderwijzers bij het leger, die de schietoefeningen volgens ééne methode zullen leiden, waardoor bij de Infanterie eene betere kennis van haar eigen geweer en de uitmuntende eigenschappen er van verkregen zal worden. De duur van die detacheering zou op hoogstens een jaar en niet korter dan zes maanden gesteld mogen worden. Aan het hoofd van de Schietschool zoude een Majoor of Luitenant-Ko lonel der Infanterie moeten staan. Bij wijze van overgangsmaatregel benoeme men tot eersten directeur dezer inrichting den bekwamen en verdienstelijken directeur der Geweermakersschool, den Kapitein Kuhn. Aan geene betere handen zoude o. i. op dit oogenblik de oprichting dei- Schietschool en de vorming der eerste onderwijzers kunnen worden toe vertrouwd. Hij kan zijn opvolger en het vaste personeel der Schietschool vormen. Behalve uit eenige mindere militairen, zoude dat personeel uit 3 officieren, (kapiteins of luitenants der Infanterie) instructeurs, moe ten bestaan. De directeur en de instructeurs zullen de zelfde inkomsten moeten ge nieten als hunne ranggenooten van het wapen, bij het Departement van Oorlog geplaatst. De onderofficieren van het vaste personeel der Schiet school moeten 0,25, de korporaals f 0,15, de soldaten f 0,10 meer sol dij per dag ontvangen dan hunne graadgenooten bij de corpsen. De officieren, die bij de Schietschool gedetacheerd worden, zijn eerste en tweede luitenants. Zij ontvangen gedurende hunne detacheering ƒ25 'smaands meer tractement; de onderofficieren, korporaals en soldaten 0,10 meer soldij per dag dan hunne rang- en graadgenooten bij de corpsen. Van elk veld-, depót- en garnizoetisbataljon wordt een bepaald aantal officieren en mindere militairen, de laatstbedoelden sergeanten, korporaals of soldaten, onafhankelijk van den graad; van elke garnizoenscompagnie slechts mindere militairen bij de Normaal Schietschool gedetacheerd. Van de Militaire School, de subsistentenkaders, de strafdetachementen,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 463