557 oorlog' zeker niet gebezigd zullen worden; veldbataljons te gebruiken onl die als bezetting van versterkingen op te lossen en ze zuiver en alleen voor wachtdiensten te bestemmen, met gebrekkige oefeningen in het schieten en van de daartoe benoodigde wapenen, van het verspreide gevecht, van ingravingen op het gevechtsterrein, van bajonetscherm kunst, enz., enz., daarin wordt méér belang gezocht. "Wat het militair transportwezen betreft, daarover kunnen we kort zijn. Reeds in 1870 werd, meenen we, een voorstel gedaan om de dwang arbeiders in tijd van vrede in corpsen te vereenigen, onder militair be heer te plaatsen en ze te doen dienen tot het uitvoeren van openbare wer ken, in het bijzonder tot het maken van aarden banen voor spoorwegen en in het algemeen daar, waar grondverzet op groote schaal moet plaats hebben. Moet er eene expeditie uitgezonden worden, een of meer van die corpsen staakt den arbeid, waaraan zij te werk gesteld zijn en vertrek ken mede op expeditie, onder de directe bevelen van hen, die in vredestijd met het commando belast waren. Het valt niet te ontkennen, dat zulk een corps dwangarbeiders, aan militaire tucht onderworpen en gewend, uitstekende diensten zal bewijzen. Vergissen we ons echter niet, dan is ook hier weder de wijsheid door de zuinigheid bedrogen. Geene rekening houdende met de dagloonen, die ook aan vrije arbeiders moeten worden betaald, stuitte men op de oogenschjjnlijk grootere uitgaven voor voeding en kleeding, niet beseffende, dat een en ander direct den dwangarbeiders en dus ook den Staat ten goede kwam, even als nu de zeer lage aanne- mingsprijzen voor dagelijksche voeding van den dwangarbeider oorzaak zijn, dat uitgeteerde individuen thans het hoofdelement van die crimineel gestraften uitmaken en de door hen te verrichten arbeid, in verband met hun aantal, nagenoeg gelijk nul is. Wat verder betreft de pikolpaarden, daaraan zal nooit gebrek zijn, n. 1. voor zooveel Java betreft, mits men zich beijvere om bij alles wat te transporteeren valt, gebruik te maken van de algemeen gebezigd worden de Inlanclsche draagtuigen en niet van de draagbokken met toebehooren, die voor de transportdienst in tijd van oorlog thans in de oorlogsmaga zijnen zijn opgelegd en daar hangen uit te drogen. Maakt men toch van deze laatste gebruik, dan zullen de te requireeren draagpaarden, ten ge volge van de hardheid van het leder, spoedig gekwetst zijn en zullen zij dan niet dat gewicht kunnen dragen, dat zij thans met Inlanclsche draagtuigen vervoeren. En dat gewicht is niet gering. Gewoonljjk draagt een pikolpaard in Midden-Java twee pikols, dat is ongeveer 125 KG., terwijl de draagpaar den bij de Artillerie ten hoogste met 90 KG., meestal minder, worden belast. 30

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 482