38 Wij willen onze jonge officieren dwingen om te werken. Zij mogen, officier geworden zijnde, niet denken, dat studie niet meer noodig is. Die dwang kan in niets anders bestaan dan hun te waarschuwen, dat zij, afgescheiden van de gewone eischen, geen kapitein kunnen worden, zonder een examen te hebben afgelegd. Dat examen wordt door ieder officier eerst afgelegd, wanneer hij N° 50 op de ranglijst staat om tot kapitein te bevorderennooit vroeger. Wie niet slaagt, mag nog eens examen doen, voor dat hij aan de beurt zoude komen om tot kapitein te bevorderenslaagt hij weer niet, dan wordt hij ge passeerd. Een half jaar later stelt men den gepasseerde wederom in de gelegenheid, het examen te doenslaagt hij weer niet, dan mag hij het een hal'f jaar later voor de vierde maal doen. Is het resul taat niet beter, dan kan hij niet meer voor den kapiteinsrang in aanmerking komen. Officieren, die door ziekte of buitenlandsch verlof wegens ziekte het examen niet ter bestemder tijd kunnen afleggen, krijgen, na terugkomst in Indiëhet examen met voldoenden uitslag afleggende, rappel van ancienneteit en inkomsten. Het examen mag alleen in Indië worden afgenomen. Greheele dispensatie van het examen wordt verleend aan hen, die in de gevallen, genoemd in het voor schrift op de bevordering, bij keuze tot den kapiteinsrang worden bevorderdgedeeltelijke dispensatie aan de officieren, die met voldoend resultaat de lessen aan de Krijgsschool hebben bijgewoond en voor enkele gedeelten aan officieren, afkomstig van de Militaire Academie. De bepalingen omtrent het examen mogen niet gelden voor de offi cieren, die thans in het leger dienen. Wat gevraagd moet worden, kan niet in dit opstel worden gezegd. Het programma moet zóó luiden, dat africhting van den geest voor het examen, examenstudie 9 jaren niets doen en 2 jaar studeeren, onmogelijk gemaakt wordt. Het programma moet in zoodanige bewoordingen gesteld zijn, dat het den jeugdigen officier reeds dwingt, de voor het leger noodige studiën bij te houden van het oogenblik af, dat hij 2e luitenant wordt. Doet hij dat terwijl het programma hem in 't onzekere laat in hoeveel tijd hij voor het examen klaar kan komen dan zal hij overal, zoo wel op een eenzamen post als in het meer genot opleverende groote garnizoen zijn vrijen tijd nuttig besteden. Hij doet dat op een leef tijd, waarop het studeeren niet zoo moeilijk valt als later, voor iemand

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 49