576 van het Indische leger, betuig ik mijn warmen dank! Hun arbeid zal, hoop ik, vruchten dragen. Ook den wakkeren uitgever van dit tijdschrift, ben ik veel dank schuldig voor zijne medewerking om het orgaan, trots de daaraan verbonden finantieele bezwaren, in omvang te doen toenemen. Men heeft in Nederland zoodoende kunnen zien, wat er in het Indisch officierscorps op het gebied van den arbeid des geestes voortgebracht kan worden. Aan het technisch personeel zijner firma mijne erkentelijkheid, dat het steeds goed gezorgd heeft, het uiterlijk van dit tijdschrift geene bijzaak aan de ver wachtingen der lezers te doen beantwoorden. Aan de lezers mijn dank, dat zij het tijdschrift door hun finantieelen steun hebben gemaakt, wat het thans is: een maandwerk, dat telkens door de verschillende dagbladen in Nederlandsch-Indie is besproken en geraadpleegd. Aan de redacteurs dier dagbladen en aan alle militaire publicisten in Indièniet het minst, mijne dankbaarheid voor de welwillende critiek, waaraan de producten van dit tijdschrift doorgaans zijn onder worpen. Zij vooral hebben mijne taak, gemakkelijker zoo zeer niet, maar wel aangenamer gemaakt. Ik hoop, dat het Indisch Militair Tijdschrift na mijne redactie in waarde en degelijkheid toeneme! De nieuwe redactie moge het zelfde vertrouwen verdienen, waarmede ik steeds vereerd ben geworden. Zij zal ik hoop het met de zelfde liefde en toewijding hare plichten ver vullen Men steune haar't Is in het belang van het Indische leger, dat dit tijdschrift blijft bestaan. Batavia24 Maart 1882 W. C. Hieuwenhuyzen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 501