BESCHOUWINGEN
MILITAIR TRANSPORTWEZEN TE VELDE IN INDIË.
Op bladz. 631 van het 2e deel van het Indisch Militair Tijdschrift,
Jaargang 1881, gewaagt X., de bekwame schrijver van het opstel
,,Het militair transportwezen te land in Indiëvan een onstaatkundi-
gen maatregel met of zonder misleiding onzerzijds gepaard als
nog niet lang geleden in Atjeh, onder het bestuur te Kota Radja
van den assistent-resident A. Solheeft plaats gehad, om een deel
der mannelijke kampong-bevolking, door bemiddeling van het civiel
bestuur en de kampong-hoofden, voor koeliediensten te pressen.
Dit noemen van den naam Sol, en het daardoor overbrengen van
de verantwoordelijkheid voor den genomen maatregel op diens hoofd,
heeft mij verwonderd. Wel vermeldt het journaal van den opperbevel
hebber, tevens gouverneur van Atjeh en Onderhoorighedendd. 5 Augus
tus 1878 [Javasche Courant 30 Augustus 1878], dat de proef werd
genomen op voorstel van den assistent-resident Sol, maar daarin ligt
opgesloten, dat een ander het voorstel inwilligde. Hoe kon het
trouwens auders? Het hoofdkwartier bevond zich te Lambaroe, waai
de misleide Atjehers verzameld werden. De proef kon dus onmoge
lijk genomen worden zonder medeweten van den gouverneur van
Atjeh en Onderhoorighedendie in dat hoofdkwartier vertoefde, om
eerst 4 dagen later, den 9den, naar Kota Radja terug te keeren. Deze
moet dus zijne toestemming gegeven hebben, en derhalve draagt niet
de assistent-resident Sol, maar hij, de gouverneur, de verantwoor
delijkheid voor het gebeurde.
Op bladz. 639 vindt men eenige staaltjes van de wijze, waarop, in
den goeden ouden tijdover Java's bevolking beschikt werd. Ten
31
OVER HET