581
komt men reeds tot een verlies van 1860,84. Maar die 40 pikol-
paarden waren het rampzalig overschot van 373 paarden, van af
het 2C kwartaal 1855 tot het 2e kwartaal 1856 gedebarkeerd.
In 4 jaren tijds waren dus 80°/o der aangevoerde paarden gestorven.
Het daardoor geleden verlies wordt geheel buiten rekening gelaten,
evenzoo de rente van het tot den aankoop van 513 paarden, waarvan
gedurende den overtocht 140 stierven, besteed kapitaal ad ƒ25372,10
en de kosten van debarkement ad 957,60, en zoodoende komt
men tot de slotsom, dat de 40 paarden, die nog over waren, na
verloop van 6 jaren zich zei ven zouden betaald hebben, 't Was
prachtig.
Uit hetgeen de schrijver mededeelt omtrent 't geen door verschil
lende Legercommandanten aangaande het militair vervoerwezen is
verricht, blijkt:
1°. dat de generaal Cochins voor 't vervoer op Sumatra's Westkust
noodig achtte karren, karbouwen, ossen, draagpaarden en koelies, de
laatsten tot het vervoeren van zieken;
2°. dat de Hertog van Saksen-Weimar het medenemen van een
groot aantal koelies bij expeditiën nadeelig achtte en, hoewel het
pikol-paard te zwak en te klein oordeelende, toch dacht aan lastdieren,
namelijk ezels en muildieren, zooals hij die in Egypte gezien had;
3°. dat de kolonel Van Rijneveld muildieren als pikol-paarden
wenschte te gebruiken en later de opdracht kreeg, zijne denkbeelden nog
eens te ontwikkelen en voorstellen te doen, omtrent hetgeen aanvan
kelijk op kleine schaal uitsluitend in het belang van het pikol-paard als
transportmiddel voor het leger zou dienen te worden gedaan
4°. dat het Legerbestuur na de expeditie ter Westkust van Borneo
tot de overtuiging kwam, dat pikol-paarden en karren het doelmatigste
transportmiddel in Incliè mogen worden genoemd;
5°. dat de generaal De Stuers de pikol-paarden noemde, als op de
wagens volgende in doelmatigheid
6°. dat in 1862 de ontwerper van het plan voor het vervoer van
munitie in tijd van oorlog, de latere kolonel der artillerie Rijnen
pikol-paarden als het meest doelmatige middel aangaf;
7°. dat de Chef van den Geneeskundigen Dienst, mede in 1862, de
medicijnen met pakpaarden wilde medevoeren