588 gebruik van bij die expeditie met vrucht aangewende pikol-paarden en karren, waardoor gedurende den moeielijken marsch van Boele- comba naar SincJjaionder den majoor Staringde koelies konden gespaard en later de transportdienst tusschen Badjoa en Palakka door voertuigen kon verricht worden. Wat betreft de laatsten, zegt Pere- laer bepaald, dat men, waren deze niet gebruikt, menig menschenleven zou hebben te betreuren gehad. (1) En nu, om terug te komen tot mijn uitgangspunt: zijn menschen of paarden tot dragen geboren? Ik geloof geen van beiden. Daarom sterven èn menschen èn paarden, wanneer zij op expeditie, uit den aard der zaak slecht verpleegd, zonder behoorlijke rusttijden en bo venmatig belast, tot het mededragen van vivres enz. gebruikt worden. Maar een menschenleven, al is het ook dat van een dwangarbeider, heeft meer waarde dan dat van een paard. Daarom moet de taak der menschen, zoodra daartoe maar eenigszius mogelijkheid bestaat verlicht worden, door gebruik te maken van dieren. X. geeft eene opheldering van 't geen de generaal Y. S. in 1862 zonderling noemdedat het gewond raken van een koelie veel zwaar der weegt dan dat van een soldaat. De lotgenooten van den koelie trachten zich, bij de verwonding van een hunner, uit de voeten te makenen door het wegwerpen hunner vrachten verwarring te ver oorzaken die van den soldaat doen het niet. Is de opheldering wel volkomen afdoende? Is het in gevechten nooit voorgekomen, dat (1) „Zaturdag den 22 October 1859 stonden in de stad Batavia, alle bedrijven stil, „waarvoor koelies gebezigd werden. Deze werden door politiedienaren geprest, hier „en daar in spijt van den geboden tegenstand. Het plaatselijk bestuur had plotseling „bevel ontvangen 300 koelies voor de expeditie te leveren in welker verkrijging men „te Macassar was teleurgesteld. „Te zamen gebragt werd hun door den Resident afgevraagd of zij tegen een ruime „belooning in geld per maand, benevens kleeding en voeding, als koelies aan de expe ditie wenschten deel te nemen. Slechts weinigen weigerden. Den daarop volgenden „dag vertrok de expeditie. „Toen bestond de dwang dus nog alleen in het ophalen en bijeenbrengen. „Het vertrek had natuurlijk geheel vrijwillig plaats Als bijdrage tot de wetenschap hoe vroeger koelies werden verkregen, vind ik de overname dezer noot uit mijn geschrift: „Antwoord aan den Schrijver der „„Her inneringen aan Atjeh"", niet van belang ontbloot. De bijzonderheden zijn getrok ken uit het Bataviaasch Handelsblad 1859. Toch was toen reeds veel verbeterd.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 513