591 „maatstaf aangenomen. In aanmerking nemende het pakzadel, waarme- „de die beesten belast zijn, vermeen ik echter, dat de draagkracht „van een pikol-paard op geen hooger maximum kan gesteld worden „dan 70 a 80 kilo." Daarmede kwam overeen hetgeen ik toen vernam van twee des kundigen, een gewezen hoofdofficier der militaire administratie, later belast met het bestuur eener landelijke onderneming', en een parti culier, vroeger belast geweest met den afvoer van producten. Thans heb ik nog juistere gegevens, altijd wat betreft de gewone Javasche pikol-paarden, niet de veel sterkere paarden, zooals die, welke de generaal Van Swieten blijkbaar bedoelde. Den 1 en Ja nuari 11. schreef mij een gepensioneerd hoofdofficier, groot kenner van paarden, gedurende eenige jaren belast met den afvoer van pro ducten: „Langs den grooten weg, maar moeielijk terrein, zooals ,,bijv. de weg van Gadok over den Poentjalc naar Bandongdroeg „ieder paard 1 pikol (125 A. P.) koffie, terwijl sommige sterke paar- „den beladen werden met 1 pikol 25 kattie's (156,25 A. P.). In „twee dagen werd een afstand van 27 palen door hen afgelegd. Yan tot werd de koffie met menschen en pikol-paarden langs voet baden (moeielijk en bergachtig terrein) afgevoerd. Ieder pikol-paard „droeg daar 1 pikol koffie, meer niet. Op gelijke vlakke wegen „heb ik niet afgevoerd, omdat die hier niet zijn, maar m. i. moet „men de paarden daar ook niet meer beladen dan met 1 pikol „dat is meer dan voldoende. Op alle terreinen bergachtig of niet, „zoude ik niet mëer dan een pikol op de paarden laden, en den „af te leggen afstand regelen naar het terrein. Ik spreek hier natuurlijk „van paarden zooals de bevolking hier voor pikol-paarden gebruikt, en „niet van troepen-paarden, die grooter, goedverzorgd en geyoed worden." Uit Montradovan Van Rees blijkt, dat de Chineesche koeliester Borneo's Westkust gemiddeld 132 A. P. droegen, 't "VYas dus wel een voorrecht, dat men in 1878 en 1879, ja reeds vroeger, te Atjeh ook over Chineesche koelies kon beschikken, al geloof ik niet, dat zij a 1.30 daags zooveel droegen als hunne rasgenooten op Borneo. Uit Van Rees blijkt echter ook, dat de Maleisclie koelies bij de expeditie tegen Montrado slechts 35 A. P. om den anderen dag droegen, en dat de Daijaks iets, maar weinig sterker waren.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 516