597 Hij was van oordeel, dat de organisateurs der expeditie dit euvel hadden kunnen verminderen, door pikol-paarden mede te geven en wel pikol-paarden van f. 50. per stuk. Daartegen kwam ik op, omdat met de gegevens, die bedoelden organi sateurs (Bureau voor de krijgstoerustingen op SumatraIntendance enz.) ten dienste stonden, het medegeven van pikol-paarden niet gerecht vaardigd zou zijn geweest, en niet te verwachten was, dat deze diensten zouden kunnen bewijzen. Daardoor werd echter niet weggenomen, dat werkelijk eene principieele fout werd begaan, al was deze van anderen aard dan die, door den schrijver in de Nieuwe Rotterdamsche Courant bedoeld. Zij bestond, zooals ik reeds zeide, in het te hoog rekenen van het draagvermogen der veroordeelden. Dat dit werkelijk werd gesteld op 25 kilo, blijkt uit de volgende becijfering. In het boekje, den officieren der tweede expeditie medegegeven, en samengesteld door het Bureau voor de krijgstoerustingen op Sumatra, leest men op bladz. 16: „Aannemende, dat elk paard een ration gaba per dag draagt, dan „moet per paard, wanneer de brigade voor 2 dagen uitrukt, worden „medegenomen: 10 Kilo hooi 4 gaba. 14 Kilo X 95 1330 „waarvoor noodig 54 koelies." 1330 kilo 24.63 kilo. 54 bij verpakking 0.37 kilo? samen 25.kilo, de last, die werd aangenomen, dat door één koelie zou kunnen ver voerd worden. Later, ook daarop wees ik reeds, is gebleken, dat het maximum kilo's, dat door één koelie (dwangarbeider) kan worden gedragen, op niet meer dan 20 mag worden gesteld. Met de 2e expeditie zijn medegegeven 3397 dwangarbeiders en mandoors. „aan rust, onregelmatige etensuren en mishandeling, sterven en worden ziek met troepen. Pikol-paardenBij gebrek aan behoorlijk toezicht van de 200 stuk6, 125 ge- drukt en op ziekenstal." Het aantal paarden bij de brigade.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 522