601 - karakter draagt ivaarom de bagno's in Europa van lieverlede zijn opgehevenis de dwangarbeider op Java van zijn vrijen natuurgenoot slechts hierin onderscheidendat hij in het blauw gekleed is en arbeidt aan de openbare werken. De naam van dwangarbeider is dus erger dan de strafen dwangarbeiders zijn in Indië geenszins in het alge- „meen te beschouwen als onverbeterlijke ■misdadigers, volgende op deter dood veroordeelden. Niet duidelijker, komt dit uit dan door het feit, „dat liet normaal cijfer der op Atjeli werkzame dwangarbeiders ,5000 (1) man bedraagteen cijfer dat bij de groote sterfte en de veelvuldige ontruiming wegens ziekte onmogelijk te handhaven zoude „zijn, indien slechts de zwaar veroordeelden naar Atjeh werden op gezonden. Onder hen bevinden zich clan ook niet weinigen, die slechts tot drie jaren dwangarbeid veroordeeld zijn'eene straf, welke bij de „gestrengheid cler strafregtspleging over cle inlanders meer clan ooit gehandhaafdbij Atjeh's behoefte aan gevangenen voor de transporten, „gelijktestellen is met die van zes maanden cel in Europa. De Heer Haakman heeft gelijk. Het meerendeel der dwangarbei ders bestaat niet uit moordenaars en boeven. Het kan alleen aan den zich onder de Europeanen al meer en meer openbarenden rassen haat, die binnen niet vele jaren onzen ondergang zal veroorzaken, worden toegeschreven, dat velen in Indië, zonder eenige nota te nemen van bet verschrikkelijke lot, dat den inlandschen veroordeelden te Atjeh ten deel valt, en van de duizenden, die daar, ook in 't belang dier toen weder nog geen vierde gedeelteveroordeeld tot dwangarbeid in den ketting. De organisatie te Atjeh bracht mede, dat geen onderscheid kon worden gemaakt tusschen de twee klassen van gestraften. Zelfs werd den tot dwangarbeid in den ketting ver oordeelden de ijzeren ring afgenomen, waardoor de gelijkstelling volkomen werd- Natuurlijk werd dit van hoogerhand gelast, niet door den beheerder. Blijkens de noot 2 op bladz. 60 van genoemd Koloniaal verslag, moeten allen, die, hetzij buiten, hetzij in den ketting tot meer dan een jaar dwangarbeid veroordeeld wor den hunne straf elders dan ter plaatse hunner veroordeeling ondergaan. Ieder in lander, wien langer dan een jaar dwangarbeid is opgelegd, heeft dus de kans om Atjeh als strafplaats te zien aangewezen, en daar te worden vermengd met veroordeelden tot de straf naast die des doods. Hoe is dat alles te rijmen met de 2e alinea van artikel 15 Wetboek van strafrecht voor inlanders, hetwelk voorschrijft, dat bij de toepassing dei- straffen van dwangarbeid of tenarbeidstelling aan de publieke werken, de zwaarte tus schen de verschillende straffen zal worden inaehtgenomen. Men nivelleert te Atjeh maar, door de lichter gestraften te behandelen als de voor de zwaarste misdaden veroordeelden. (1) 3500?

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 526