605
„dwangarbeiders geene gepreste of door de vorsten van Madura geleverde
„menschen zijn, maar wezens, die niet geheel aan hun lot kunnen
„worden overgelaten, en waarvan het aantal vermisten tenminste
„door het cijfer der vertrokkenen en teruggekeerden kan worden
„geconstateerd. (2)
Kwam in dien toestand later verandering? Voor zoover het
dwangarbeiders-depót te Kota Radja betreft, zonder twijfel. Alle
getuigenissen luiden daaromtrent eenstemmig. De voeding was sedert
medio 1878 uitmuntend; voor reinheid en orde werd groote zorg
gedragenop kleeding, dekking enz. werd behoorlijk gelet.
Maar werkelijk te velde, waar zich, na aftrek van de in het hos
pitaal verpleegden en op de posten gedetacheerden, nog altijd de
meerderheid der dwangarbeiders bevond. Ook daaromtrent luiden
de berichten eenstemmig. Evenals vroeger de gepreste en van
hunne betrekkingen gescheiden koelies, werden daar de dwangarbei
ders nog dikwijls overwerkt, en op niet malsche wijze gedwongen
tot het verrichten van arbeid boven hunne krachten.
Er is in den laatsten tijd veel gesproken en geschreven over de
toepassing van rietslagen op de dwangarbeiders te Atjeli.
Hoe zijn zij toegebracht, spelenderwijze of ernstig?
De vraag is moeielijk te beantwoorden, zoolang niet is uitge
maakt wat, waar sprake is van het tenuitvoerleggen van lijfstraf
fen, onder spel of ernst moet worden verstaan.
Juist dit echter is onmogelijk, omdat de een spelen zal noemen,
wat door den ander wordt beschouwd als eene zeer zware tuchtiging.
Ik heb voor mij liggen „De Tijdspiegel" van Januari jl., en zie
in een opstel van Mr. Domela Nieuwenhuisdat de criminalist
Eduard Henke het bezwaar, dat de geeseling zoo ongelijk werkt
en veelal van de kracht en den wil van den uitvoerder afhankelijk is,
wilde opheffen door haar machinaal toe te passen.
Nog zie ik in dat stuk, dat Mr. Nolthenius, mede een criminalist
der vorige eeuw, het aantal slagen wilde doen afhangen van de uit-
(2) Een mijner vrienden zag in de eerste lielft van 1877 een vrijen koelie, die pas
eene dracht rotan-slagen ontving, kermende en krimpende van pijn naast de bank
liggen, waarop de afstraffing plaats vond; 't was een ziekelijk en vermagerd Chi
nees, Dat geval was niet het eenige.