611
Dijkman en Kleij waren, bij hunne komst in Indiê2e Luitenant
en dus de minderen van hen, die, hoewel jonger officier, op dat
tijdstip reeds tot l«n Luitenant waren bevorderd.
Er was dus ook niets onbillijks in gelegen, dat deze officieren, die
overkwamen in hunnen rang [d. i. in dien van 2en Luitenant] en in
anciënniteit, [d. i. natuurlijk in de in dien rang verkregen anciënni
teit.want zij konden toch geen aanspraak maken op anciënniteit in
een rang, dien zij nog niet bekleedden], geplaatst werden beneden
jonger in aanstelling zijnde officieren, die echter, door de vluggere
promotie bij het Indische leger, vóór de aankomst in Indiê van
Dijkman en Kleij, reeds tot lcn Luitenant bevorderd en daardoor
hun meerderen geworden waren.
De Heer Kleij betoogt verder, dat hij, ingevolge de artikelen 26 en
27, aanspraak kon maken om, na aankomst in Indiêgeplaatst te
worden boven de 1® Luitenants, die jonger officier waren dan hij,
en zulks alleen, omdat Z. M. de Koning zich het recht heeft voor
behouden, om in enkele bijzondere gevallen, welke in die artikelen
bepaald zijn aangegeven, officieren van de landmacht in Nederland
met of zonder bevorderingbij de landmacht in Nederl. Indiê over te
plaatsen.
Welnu, van dat recht heeft Z. M. gebruik gemaakt en den Heer
Kleij overgeplaatst in rang en anciënniteit, d. i., zooals wij hiervoren
gezien hebben, als 2® Luitenant en dus zonder bevorderingen in de
in dien rang verkregen anciënniteit.
Yan een speciaal uitgedrukt verlangen, dat de Heer Kleij met
bevordering zou overgaan, is toch in het besluit geen sprakewel
van het tegendeel.
Of bedoelt de Heer Kleijbevordering in zijn rang Mij dunkt,
dat zoowel de Heer Dijkman als de Heer Kleij daarin bevordering
gemaakt hebben.
De Heer D. toch was 2® Luitenant-administrateur van kleeding en
wapening; eene betrekking, waarvoor een vrij wat lichter examen
wordt afgelegd dan dat, vereischt voor den rang van 2en Luitenant-
kwartiermeester. Als zoodanig komt genoemd officier in het Hollandsche
officiersboekje van 1875 voor onder nummer 3 om 1® Luitenant
administrateur van kleeding en wapening te worden.