612
Toen de Heer D. overgeplaatst werd bij bet Indische leger, werd
bepaald aangegeven, dat hij als 2e Luitenant-kwartiermeester in de
ranglijst zou plaats nemen, onmiddellijk onder den 2en Luitenant-kwar
tiermeester M. R. J. G. Brouwer.
Het aangeven van eene bepaalde plaats was in dit geval noodig,
omdat de betrekking van officier-administrateur van kleeding en
wapening in het Indische leger onbekend is, en men dus niet kon
volstaan met den Heer Dijkman eenvoudig in rang over te plaatsen.
Vóór zijn aankomst in Indië hadden aldaar, in September 1874
en in Januari en Februari 1875, promotiën plaatswaardoor de Heer
Brouwer en een elftal jongere officieren werden bevorderd tot len
Luitenant-kwartiermeester. Dit had men in Nederland niet kunnen
voorzien, maar nam niet weg, dat onze collega, op het tijdstip der
voordracht niet in Indië zijnde, overeenkomstig art. 6 der „Regeling"
niet in de voordracht tot bevordering kon worden opgenomen en
dat hij, die werd overgeplaatst als 2e Luitenant, dus zonder ver
melding dat zulks geschiedde met bevordering, nu niet meer on
middellijk onder den toen lcn Luitenant geworden Heer Brouwer
kon geplaatst worden.
Dientengevolge kwam de Heer Dijkman in de ranglijst te staan
boven den bij zijn aankomst in Indië het oudst in aanstelling zijn-
den 2en Luitenant-kwartiermeester.
De Heer D. maakte echter desniettegenstaande toch promotie;
ten le, door van administrateur van kleeding en wapening bij het leger
in Nederland opgenomen te worden in het korps kwartiermeesters van
dat in Nederlcmdsch-Indië en ten 2e, door in zijn rang een zeker aantal
nummers, mij niet juist bekend hoeveel, op te schuiven.
De Heer Kleij komt in het Hollandsch officiersboekje van 1875
voor onder nummer 13 der 2e Luitenants-kwartiermeester en kwam,
bij aankomst in Indië, boven den op dat tijdstip het oudst zijnden
2en Luitenant-kwartiermeester, waardoor hij dertien nummers
vooruitging.
Eilieve, noemt ge dat geen promotieZij, die hiervan de nadeelige
gevolgen ondervonden, gevoelden wel degelijk, in hunne vooruitzichten
op promotie te zijn benadeeld, waarbij zich nog de grief voegde, van
als hun meerderen te moeten beschouwen officieren, die, althans in