614
lijst bekwamen, als aan laatstgenoemden bij herplaatsing werd toegekend.
De Heeren Kroeze c. s. werden, na hunne benoeming tot 2en
Luitenant-kwartiermeester, c. q. in verband met bet tijdstip hunner
aankomst in Indië, in dien rang geplaatst, overeenkomstig hunne in
den rang van officier van administratie 3e klasse bij de Koninkl.
Nederl. Marine verkregen anciënniteit.
Daardoor kwam b. v. de Heer Kroezedie officier van adrn. 3e kl.
was van af 1 Augustus 1870, hoven den, op het tijdstip zijner aan
komst in Indiëhet oudst in zijn rang zijnden 2en Luitenant-kwar
tiermeester, omdat deze na 1 Augustus 1870 officier was geworden.
Volgens hetzelfde bij deze plaatsing toegepaste beginsel, waren ook
de Heeren Dijkman en Kleij in 1875 geplaatst en werden eveneens
herplaatst de oud-officieren van administratie der marine, welke aan
vankelijk bij hunne benoeming tot 2en Luitenant-kwartiermeester on
der aan de ranglijst kwamen.
Uit niets blijkt dus, datzooals de geachte schrijver beweert, de
tegenwoordige autoriteiten de in 1877 genomen maatregelen afkeuren.
Zoowel vóór als na 1877 blijven zij hetzelfde principe getrouw
[plaatsing in de ranglijst overeenkomstig den rang, bekleed op het
tijdstip van aankomst in Indiëin verband met de in dien rang, of
in den daaraan geassimileerden rang, verkregen anciënniteit.]
Ook op het geval Brouwer beroept de Heer Kleij zich ten onrechte
als op een antecedent.
Toen de Heer Brouwer in 1874 in Indië kwam, waren de Heeren
Kogenschot en Harmsen, die van jongeren datum officier waren dan
Brouwernog 2fi Luitenant en had Br omver, die in rang en anciënniteit
overkwam, hoven hen moeten worden geplaatst. Er schijnt toen echter
eene vergissing te hebben plaats gehad, waardoor de Heer Brouwer
aanvankelijk onder de beide genoemde officieren kwam te staan, welke
fout later werd hersteld.
De Heer Brouwer werd dus herplaatstin zeker opzicht evenals
de Heeren Van Oosterzee c. s., echter met dit groote onderscheid, dat
eerstgenoemde recht had op die herplaatsing, doch laatstgenoemden niet.
De Heer Kleij verkreeg echter, zooals hiervoren is aangetoond, bij
aankomst in Indiëde hem toekomende plaats in de ranglijst en kon
voor hem van eene herplaatsing geen sprake zijn.