48 liet transport van goederen ter Wester af deeling van Borneo verder over te laten aan de particuliere industrie, vooral omdat het nimmer en ook toeu niet in de bedoeling van het Legerbestuur had gelegen om het transportwezen aldaar voortdurend onder militair beheer te laten. Om die reden werd de militaire commandant in dat gewest opgedragenpogingen in het werk te stellen om het transportpark aldaar uit te besteden. Die pogingen mislukten echter. Er was slechts één persoon, bereid, alles tegen taxatie van het Gouverne ment over te nemen, waarna hij zich zoude verbinden, tegen beta ling van f 15500 'sjaars aan hem, alle militaire goederen, enz. te verzenden. De nakoming van die verplichtingen was blijkbaar onmo gelijk, daar uit het verslag over 1861 bleek, dat de onkosten per jaar aan dwangarbeiders, paarden, padi, enz., alleen reeds 17912 beliepèn. "Wel is waar zou het Gouvernement daardoor gedurende eenige jaren een paar duizend gulden uitwinnen, maar zeer zeker eindigen met alles te verliezen, dat tot dusverre met zoo veel moei te was tot stand gebracht. Daarenboven vroeg de contractant, echt Indischeen belangrijk voorschot, zoodat het Gouvernement zeer verstandig besloot, die voorwaarden niet aan te nemen. Maar bij het einde van 1862 werd op nieuw de vraag gedaan of het niet mogelijk zoude zijn om de bevolking met koeliediensten te belasten, zonder dat men bevreesd behoefde te zijn voor volksverloop. In strijd met vroegere adviezen werd thans op die vraag door het hoofd van gewestelijk bestuur het verrassende antwoord gegeven, dat hiertegen geene de minste bezwaren waren! Een voorstel om het transportpark ter Westerafdeeling van Borneo van de hand te doen, gebouwen, paarden, enz., publiek te verkoopen, was daarvan het gevolg en werd 1863 uitgevoerd. Onder de verschillende voorstellen, die vroeger en later gedaan zijn om het militair transportwezen behoorlijk te regelen, is de memorie van Keureneter ongetwijfeld het beste voorstel. Jammer echter, dat het eindadvies van den Kolonel De Vayne?luidende: oprichting van drie compagnien pioniers en als uitvloeisel te beschou wen der memorie van den Kolonel Dr Van Rijneveldgeheel en al gebaseerd was op de menschenliandenvereischt voor de voltooiing der buitengewone fortificatiewerken. Het hoofddenkbeeld was om

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 59