676 militaire leest geschoeid en een nooit gepubliceerd reglement vastgesteld werd, waarbij, wat betreft de straffen, dat voor het militair huis van arrest tot voorbeeld schijnt te zijn genomen, ook de bepaling, dat rietslagen in tegenwoordigheid van een officier van gezondheid moeten worden gegeven, niet overgenomen? Waarom dit later niet gelast, toen de dirigeerende officier van gezondheid 2° klasse Tombrink de aandacht van den Gouverneur van Atjeh en Onderhoorigheden vestigde op de treurige gevolgen, die rottanslagen bij sommige veroordeelden hadden te weeg gebracht Het middel was zoo eenvoudig. De dwangarbeiders waren onder militair beheer en tot dat doel kon te Kotci Radja toch wel een officier van gezondheid gemist worden. Waarom is er niet aan ge dacht? De bedroevende vermaardheid, die de zaak der dwangarbei ders te Atjeh heeft verkregen, en de niet minder bedroevende beschul digingen, ingebracht tegen een oud-officier, met eene eervolle loopbaan achter zich, waren er geheel door voorkomen. Daarbij, 't werd door de humaniteit geboden. (1) Yolgens Perelaer, Bonische expeditiën, 2e deel, was het Hoog- Gerechtshof van Nederlandsch-Indië in 1859 van oordeel, dat, vermits de vonnissen tegen kettinggangers (dwangarbeiders?) gewezen, bevel droegen, waar zij hunnen straftijd moeten doorbrengen, geene bevoegd heid bestond om daarop inbreuk te maken, en die gestraften naar Celebes te voeren. Waarom is later in strijd met die meening ge handeld Is 't waar, dat, zooals wordt medegedeeld in den Java-Bode van 21 Januarij 1882, de dwangarbeiders naar Atjeh gezonden werden onder voorwendsel van detacheering Is 't waar 't werd mij onlangs door een zeer geloofwaardig persoon, een oud-hoofdofficier, verhaald dat wel eens gestraften zijn medegegeven, die slechts tot tenarbeid- stelling aan de publieke werken voor den kost zonder loon, dus voor hoogstens drie maanden, veroordeeld waren, terwijl art. 10 Wetboek van strafrecht voor Inlanders uitdrukkelijk voorschrijft, dat veroordeelden tot die straf of tot dwangarbeid buiten den ketting 'D (1) Zeer zeker was de Gouverneur van Atjeh en Onderhoorighedendie, als batal jons-commandant, korporaals spéciale instructie liet geven in het doeltreffend aanbren gen van rietslagen, geheel op de hoogte der voorschriften omtrent militaire afstraffingen,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 601