684 rigeerd worden, tenzij men op het oog den afstand tusschen twéé opvolgende drachten verdeelt, wat bij vredesoefeningen, met eenige zorg en toezicht van de zijde der officieren, wel is toe te passen, doch onder 's vijands vuur, als wanneer de kalmte daartoe zeker gemist wordt, treurige uitkomsten zal opleverenzoolang heeft die verzekering voor de praktijk niet veel waarde. Het is vooral van belang, hierbij niet uit het oog te verliezen, dat er onder de zes vuurmonden van de batterij, welker oefening door den kapt. B. is geleid, vijf waren, waaruit nog nooit gevuurd was. Immers bij getrokken voorlaadgeschut'van week metaal, zooals ons bronzen veld- en berggeschut, ondergaat de ziel reeds na een betrek kelijk gering aantal schoten een dusdanige verwijding, dat de trefkans aanmerkelijk kleiner wordt. (1) Heeft men dus bij een batterij vuur monden, waaruit reeds méér dan een honderdtal schoten zijn gedaan, dan kan men al zeer weinig afgaan op uitkomsten met nieuw geschut verkregen, hetgeen totaal onuitvoerbaar wordt wanneer, zooals wel steeds het geval zal zijn, de bij de batterij ingedeelde vuurmonden niet allen in dezelfde mate zijn uitgeschoten; het inschieten is dan zoo goed als onmogelijk. (2) Het oordeel door kapt. B. uitgesproken over de bij het getr. kanon van 8 c. M. A. in gebruik zijnde spreidingsschaal met leitje is ongunstig en met recht. Zeer juist wordt gezegd, dat het zaak is, in het vijandelijk vuur zelfs de geringste becijferingen te vermijden, daar die in den regel onuitvoerbaar zijnde batterijcommandant moet dan het middel bezitten, om bij een bepaald aantal treffers vóór het doel onmiddellijk te kunnen aflezen, op welken afstand daar voor of daar achter het gemiddelde tref punt gelegen is. Dit is echter niet voldoende. Er moet worden bijgevoegd: en om door een eenvoudige, onder alle omstandigheden aan te brengen correctie het gemiddeld trefpunt te kunnen brengen daar, waar hij het hebben wil. (3) De opzet bij het kanon van 8 c. M. A. in gebruik (1) Handboek voor off. der art. Seijffardt en Van Pesch. Afl. XII, blzd. 37. (2) Ook in Nederland bestaat bij het getr. kanon van 8 c. M. A. hetzelfde bezwaar. Men heeft getracht hieraan te gemoet te komen, door het aanbrengen van 2 correctie plaatjes, welke, naarmate van het aantal gedane schoten, worden vermeerderd de op zet moet dan verder worden uitgeschoven en dus wordt de opzethoogte vermeerderd. (3) Zie o. a. De inrichting van de schootstafels der veld-artillerie door den kapt. Seijffardt. Mil. Speet. 1879, n° 7, blzd. 456.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 609