- C98 - Recht, ten deze toepasselijk, en dat men beter doet, de aangphnalde algemeene order als spooksel te gebruikenom minder ervarenen schrik aan te jagen, of aan een leiband te voeren, dan haar werke lijk toe te passenen wellicht fiasco te maken. Over de wijze van keuren valt ook iets te zeggen. Elk korps fourageert afzonderlijk, na keuring der te leveren arrikelen door de officieren of onderofficieren der week. Yan een bataljon Infanterie zijn het dus de kapitein en de 4 luitenants van de week, die de levensmiddelen brand-en lichtstoffen keuren, en al dan niet aannemen. Moet de kapitein van de week bij dezen dienst zich bepalen tot het uitoefenen van controle op de handelingen der officieren en on derofficieren, die voor de verschillende compaguiën fourageeren Moet hij er in berustenwanneer hij slechte waar ziet goedkeurenhetzij uit achteloosheid, onverschilligheid of onkunde? Moet hij met de officieren of onderofficieren der week delibereeren over het al dan niet aannemen der artikelen en door de meerderheid van stemmen hierover beslissen laten? Of heeft elke compagnie afzonderlijk het recht van keuring en gevolgelijk van afkeuring? Of vormen kapitein en luitenants of onderofficieren van de week te zamen eene commissie ven keuring, die bij meerderheid van stem men over het goed- of afkeuren beslist, behoudens protest bij den korpscommandant? Ons dunkt, dat dit laatste het rationeelste zou zijn, om art. 6 der Alg. Yoorwaarden toe te passen. Wanneer on regelmatigheiduit opzet of dwaling voortvloeiende, mocht gepleegd zijn, dan zullen zij aan het daglicht komen, en eene herhaling er van, door de tusschenkomst van hoogere autoriteiten, voorkomen worden. Men ziet vaak gebeuren dat dezelfde ter levering aangeboden waar, door het eene korps goed-, en door het andere korps afgekeurd wordt, en dit gebeurt omdat er geene eenheid bestaat in de wijze van de keuring te regelen en te leiden. Dit leidt den leverancier vaak er toe, zijne overtuiging, dat hij misleiden wil, te laten varen, en harduekkig den schija aan te ne men der gekwelde onschuld. De levensmiddelenbrand- en lichtstoffen wordenwanneer zij door de keuringscommissiën afgekeurd zijn, herkeurd door arbiterstegen wier uitspraak geen hooger beroep of verzet wordt toegelaten.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 623