720
lading verricht en hoe het vizier gebruikt werd. Hierover verwon
derd, vroeg ik hem, hoe hij ooit schutter 1e klasse was geworden.
Hij antwoordde hierop, dat hij vroeger goed geschoten had, 'maar
dat hij dertien jaar als tuinman in den bij den post behoorenden
klappertuin was werkzaam geweest en al dien tijd nooit een geweer
in handen had gehad.
Dat dit voorbeeld niet op zich zelve staat, bewijzen de met scherp
schuttershorentjes versierde suldaten, die men dikwijls als ordonnans
voor de plaatselijke en korpsbureaux ziet zitten, en de oude man
schappen, die bij vele hoofd en subalterne officieren geëmployeerd
worden. Wèl moeten deze laatsten veelal aan het schijfschieten deel
nemen en onderhouden zij dus hunne bedrevenheid; maar moeten
eenige soldaten van het bataljon naar het terrein des oorlogs
gezonden worden, dan neemt men, in den regel, liever jonge solda
ten dan deze oude dienaren.
Ook onder het sch'rijverspersoneel treft men vele scherpschutters
aan, die nooit meer voor de schijf komen.
Wij zouden dus moeten beginnen, nimmer soldaten, die goede
schutters zijn, of aanleg hebben het te worden, in eene spéciale dienst
te employeeren.
Het beste middel, om tot dit doel te geraken, zou, volgens mijne
bescheiden meening, zijn, dat men alle scherpschutters vereenigde tot
afzonderlijke korpsen, die dan in de garnizoenen, waar gewoonlijk de
groote expeditiën georganiseerd worden, bijv. BataviaSamarang
Soerabaia en Padanggelegerd zouden kunnen worden.
Het Legerbestuur zou alsdan alle scherpschutters bij de hand heb
ben en ze kunnen gebruiken, waar zij het meest noodig zijn.
Er zou nu ook afstand gedaan moeten worden van het idéé, dat
een scherpschutter een gewoon soldaat is.
Eene compagnie bijv., die te velde 1 onderofficier-scherpschut
ter, 2 korporaals-, 4 soldaten-scherpschutters en 20 andere man
schappen verliest, zal haar verlies tegenwoordig opgeven als te zijn
1 onderofficier, 2 korporaals en 24 soldaten. Wordt deze com
pagnie nu aangevuld en krijgt zij een gelijk aantal schutters 3e klasse
in de plaats, dan is zij feitelijk zwakker geworden en kan men
minder van haar verwachten. Het is dus wel degelijk eene ver-