722 Natuurlijk zou ook hier nauwkeurig rekening moeten gehouden worden met goed gedrag en dienstijver. Waarschijnlijk zouden er nog meer bezwaren tegen zulk een re geling op te werpen zijn, ja misschien wel zulke ernstige, dat zij op de manier, door mij voorgesteld, onmogelijk zoude blijken te zijn. Gaarne geef ik dan mijne denkbeelden voor betere. Zooals de toe stand op het oogenblik is, zal iedereen moeten bekennen, dat hij slecht is en dringend verbetering behoeft. Dikwijls ziet men soldaten naar het terrein des oorlogs vertrekken, die nauwelijks schijfgeschoten hebben, terwijl eene groote hoeveelheid flinke schutters op buiten posten vegeteert of in speciale diensten werkzaam is. Er is dan ook een langdurige krijg, zooals de Atjeh-oorlog, voor noodig geweest, om ook in deze afgelegen garnizoenen de noodige mutatie te brengen. Toch heb ik o. a. een sergeant-majoor gekend, die drie en twintig jaar in één garnizoen was geweest en er dus geen Hauw begrip van hadhoe het er op andere plaatsen van Indié uitzag. Omtrent de voordeelen, die den scherpschutters zouden kunnen toegestaan wordenen de dienstregeling bij de door mij voorgestelde scherpschutters-korpsen zal ik mij niet uitlaten, daar ik mij aan deze gewichtige quaestie liever niet wagen wil en waarschijnlijk bij el- ken regel een financieele of administratieve domheid zoude begaan. Eén zaak evenwel wensch ik nog op het tapijt te brengen. Willen wij namelijk goede schutters verkrijgen, dan is het nood zakelijk, dat wij den soldaten eene goede leiding geven. Hieraan ontbreekt nu, volgens mijne bescheiden meening, zeer veel. De man wordt nl. meer opgeleid voor concours-schutter dan voor veldsoldaat. De fuselier A. bijv. zal, wanneer hij op zijn gemak geknield ligt en niets hem stoort, meesterlijk het doel raken. Fuselier B. daarentegen schiet wel zijne schoten op eene betrek kelijk kleine ruimte, maar heeft bijna nooit een roos geraakt. Onvoorwaardelijk wordt nu laatstgenoemde voor een slecht schut ter uitgekreten. Plaatst men evenwel beide soldaten in eene tirailleurlinie en laat men deze linie vuren terwijl zij in beweging is, dan zal B. misschien driemaal meer treffers hebben dan A. Dit is evengoed mogelijk als dat een goed scherpschutter een slecht jager, en omgekeerd, kan zijn.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 647