731 over Rondes gesproken wordt, wel wat veel doet denken aan visitesgelijk aan die, welke soms wel eens 's nachts worden gemaakt door personen, die daartoe overdag minder gelegenheid hebben dat maar neen! we eindigen over den Garnizoensdienst. Ons Reglement toch, „gearresteerd bij besluit van Zijne Koninklijke Hoogheid van den llden Januarij 1815, No. 32", is zóó verouderd, dat het eer toejuiching dan critiek verdient, indien hij, die een werk samenstelt als dat van den Hr. V. H., vertelt hoe het in de werkelijkheid geschiedt, al is dit ook met het Reglement in strijd. "Wanneer zullen wij toch eens verlost worden van een reglement, dat, waar men het ook openslaat, den lachlust opwekt, instede van, zooals andere reglementen, te stemmen tot den hoogsten ernst. Hoofdstuk XVVelddienstis het meest verdienstelijke van 's Heeren Van HaefteEs werk. Een Reglement op den Velddienst toch is nog steeds verre te zoeken. Wat de Hr. V. H. over het onderwerp schreef, heeft hij alzoo uit ver schillende werken moeten putten hier en daar verrijkt met opmerkingen welke op onze Indische krijgsgeschiedenis en op eigen ondervinding steunen. Wij zijn niet van plan, in beschouwingen te treden over alles, wat in dit Hoofdstuk voorkomt. Zoolang toch de algemeene beginselen nog niet officieel zijn vastgesteld, is het debat ovèr velddienst-of tactiek aan gelegenheden meestal onvruchtbaar. Wij zei ven, die het voorrecht had den, in die negen jaren van den Atjeh- oorlog eenige ondervinding op te doen reeds drie maal toch werden we in de gelegenheid gesteld „een vorkje meê te pikken" wij zeiven zouden denkelijk hier en daar iets an ders verkondigen als de Schr. Echter zou het moeilijk zijn te beslissen, aan welke zijde het gelijk is. Het oude gezegde, „dat het afhangt van terrein en omstandighedenzou stellig bij zulk een discussie meermalen te pas komen. Insgelijks laten wij buiten beschouwing de Hoofdstukken, welke han delen over RidderordenEereteekenen, MedaillesOnderwijsBevordering Re'&ngagementen enz. enz. enz. Eerstens toch bleek onsbij het onderzoek dat de voorschriften ten deze met zorg zijn geraadpleegdten andere is onze aankondiging reeds veel uitgebreider geworden dan aanvankelijk in onze bedoeling lag. Voor die uitvoerigheid intusschen meenen we zeer geldige redenen te hebben. Een Handhoek voor onderofficieren en korporaalszooals, naar onze meening althansde tweede editie van het hier besproken werk zal moeten worden [al doet de titel niets ter zake af], zulk een Handhoek toch isonder de tegenwoordige omstandigheden vooralvoor ons Leger

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 656