732 zoo noodig als brood. Eerlang toch men zegt: in '83 zullen bij onze Infan terie de reeds zoolang verbeide Kaderscholen worden opgerichtterwijl ver wacht mag worden, dat het onderwijs op de Korpsscholen dan tevens zal wor den verbeterd. Wat heeft men thans, beter dan de Handleiding van den Heer Van Haeftenom aan de adspiranten naar den korporaals- en onderoffi ciersgraad in handen te geventen einde met succes examen te kunnen afleggen? We zeiden het hiervoren reeds: Niets! Op de bedoelde scholen alzoo zal het werk reeds dadelijk zeer welkom zijn. Ook bij het Pupillen-korps, dunkt ons, zal het nut kunnen stichten. Maar. en dit is een „maar" van veel gewicht. het werk kost f 2.50, en dit is veel te duur. Hoogstens zal de prijs van de tweede editie een daalder moeten zijn; liefst nog minder. En dit kan. We we ten dat in Indië het uitgeven van boekenatlassen en kaarten zeer kost baar is en met eigenaardige bezwaren gepaard gaat. En toch twijfelen wij niet of menig uitgever zal gaarne tegen mindere winst in het belang van ons Leger willen werkzaam zijn; vooral wanneer het boek zóó wordt ingericht, dat de raadpleging van andere reglementen [behalve natuurlijk die op de exercitiën] onnoodig is; wanneer overigens het werk zóódanig is, dat het Departement van Oorlog kan doen, wat de Inspecteur in 1853 met het Handboek van Van Willes deedhet n. 1. aanbevelen, wat syno niem is met: bij liet Leger invoeren. Daarnaar moet de Hr. Van llaeften, volgens onze overtuiging, streven zijn boek moet wordeneen standaard-werk. De poging daartoe heeft hij gedaan; de moeite, aan de samenstelling verbonden, zal echter zonder vrucht blijven, indien hij ooit mocht uitgeven eene tweede editie van het werk, zóó als het daar ligtzij het dan ook hier en daar aangevuld, ver beterd of gezuiverd. En nu nogde drukfouten Reeds in 1839 slaakte Hildebrand de verzuchting: Ach, ach, ach die drukfouten Iets dergelijks, stellen we ons voor, zal den Heer Van Haeften zijn ont glipt, toen hij zag, dat, niettegenstaande de zorgvuldige correctie, waar van het boek getuigt, toch nog eenige fouten zijn ingeslopen. „Ingeslopen" is hier het ware woord, want we zijn er zeker van, dat toen de Schr. Imprimatur verleende, het grootste gedeelte van de fouten, welke hij sedert vóór in het boek vermeldde, niet aanwezig was. Zij die in Indië wel eens voor de pers hebben gewerkt, weten, dat het onze Ghineesehe en Inlandsche letterzetters zijn, die de fouten veroorzaken. Evenals wijlen De Schoolmeester zeide, met opzicht tot de voeten in zijne Gedichten

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 657