X
760
als niet in staat tot het verschaffen van eenig licht. De heer Keuche-
nius noemde eene opdragt van den Gouverneur-Generaal aan den heer der
Kinderen en verlangde overlegging van den brief. Ik heb dien brief nooit
gezien; het was een particulier schrijven.
Tot nu toe is het bij hen, die thans aan de Regering zijn, niet de ge
woonte geweest om elkaar van particuliere, aan anderen gerigte brieven
mededeeling te doen.
En zeer zeker zal ik voor mij het te dezer zake gegeven voorbeeld
niet volgen, om particuliere brieven buiten verlof van den schrijver te
publiceren.
Ik zal dus naar mijn beste weten en naar ik hoop tot voldoening van
de Kamer, inlichtingen, wanneer die door een besluit van de Kamer ge
vraagd worden, verstrekken, maar ik wensch al dadelijk te verklaren, dat
ik mij in geenen deele, in geen enkel opzigt kan vereenigen met de voor
stellingen en beweringen door de meeste der leden, die het woord voer
den, omtrent het fond der zaak gemaakt.
De beraadslaging wordt gesloten.
De VoorzitterThans zal in stemming worden gebragt de conclusie,
voorgesteld door de Commissie voor de Verzoekschriften mogt die worden
verworpen, dan zal worden geacht aangenomen te zijn de Conclusie, voor
gesteld door den heer de Gasembroot.
De uitslag der stemming is, dat 35 leden zich tegen en 24 zich voor
verklaren, zoodat de Conclusie, voorgesteld door de Commissie voor de
Verzoekschriften, niet, en daarentegen die van den heer de Casembroot icèl
aangenomen is.
Adres aan Zijne Majesteit den Koning be
treffende de Regeling van het Militaire On
derwijs bij de Wet. Den DaagGebr. Be-
linfante1882.
Weinige dagen nadat te Batavia bekend was geworden, dat ter Alge-
meene Secretarie de Koninklijke besluiten waren ontvangen, waarbij het
onderwijs bij het Leger in Nederlandsch-lndië werd geregeld, bracht de
mail ons een afdruk van het adres, welks titel we hierboven overnamen.
Het is een rekest met Memorie van Toelichting, waarbij zeven man
nen, aan wier bevoegdheid, om over de gewichtige zaak te oordeelen, wel