763 Ook wij verwachten veel van „de levende, bezielende kracht, die van „een veelzijdig ontwikkeld, nationaal opgevoed officierskorps kan uitgaan" [bladz. 14] en zouden daarom niets liever zien dan een groot aantal leden van zulk een korps in de 2e Kamer der Staten-Generaal, maar wij zijn niet optimist genoeg om te gelooven, dat het thans levende geslacht daar van getuige zal zijn. „De wet, en zij alleen, waarborgt rechtenzij beschermt in het alge- „moen belang de zaak tegen eiken nadeeligen invloed" [bladz. 17]. Regeling bij de wet, wij zeiden het reeds, dat wij ze ten zeerste zouden toejuichen. Maar hoeveel, wat veel dringender is, zou er nog niet te regelen zijn bij de wet! In Indië stellig nog meer dan in Nederland. En dan ook, moeten benoeming en bevordering niet louter afhankelijk worden gemaakt van kunde, maar behooren daarbij tal van andere fac toren te worden in rekening gebracht. „Die regeling van het militaire onderwijs bij de wet, een eerste voor gaarde tot nationale opvoeding van het officierskorps, voert zoodoende „met al hare gevolgen eene belangrijke schrede nader tot hetgeen Neder land in deze dagen bovenal behoefteene krachtvolle, nationaal en „deugdelijk georganiseerde krijgsmacht, die het voorwerp is van de zorg volle belangstelling der geheele natie." [bladz. 17]. Wij merkten reeds op, dat wij het hiermede niet geheel eens zijneerst de voldoende krijgsmacht, dan de deugdelijke organisatie en vervolgens de nationale opleiding. In de Memorie van Toelichting volgt nu iets, wat mén zou kunnen noemen eene lofrede op de H. B. Scholen. „Behalve de reeds aangevoerde gronden, treden er nog verscheidene „andere niet minder gewichtige te voorschijn, wanneer men het militaire „onderwijs beschouwt als een onderdeel van het nationaal onderwijs in „het algemeen, en het met de overige daartoe- behoorende takken in ver- „band brengt. „In de eerste plaats wijzen wij met een enkel woord op de vlucht, „die het middelbaar onderwijs genomen heeft sedert het bij de wet is „geregeld. „Vóór 1863 nagenoeg geheel in bijzondere handen, was dat onderwijs „lange jaren verwaarloosd. Zonder waarborgen voor de bekwaamheid „der leerarenzonder zorg voor den omvang en de verdeeling der leerstof, „en voor de eenheid van het onderricht, werd het meer en meer een „voorwerp van nijverheid. Onder' schadelijke mededinging werd daarbij „niet zelden eene gezonde opvoedkunde ten offer gebracht aan winstbejag

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 688