-- 57 te geraken moet men zich eerst voor den geest brengen, wat de aanvaller zoo al voor transportmiddelen bij zich zal hebben. Ver keerdelijk stelt men zich voor, dat hij paarden, wagens, enz., mede zal voeren. Hij zal er wel en niet zonder grond, als hij goed ingelicht is op rekenenaan het strand karren en paarden te vinden. Wil men hem dus belemmeren in zijne bewegingen, dan moet er zorg worden gedragendat wij hem vóór zijn in het bij eenzamelen van die transportmiddelen, welke hij met vrucht gebrui ken kan. Dan zijn wij, zoo wij ons transportpark in Midden- Java opstellen, bepaald in het voordeel, omdat de aanvaller nu genoodzaakt is, zonder goede transportmiddelen, het binnenland in te rukken. Sedert zijn spoorwegen gekomen; maar de kern dei- beschouwingen van den Generaal blijft waar. Wat hij echter gedaan heeft om te weten te komen, hetgeen men bij het hitbreken van een oorlog met een buitenlandschen vijand zoo wel in Java's bin nenlanden als op strandplaatsen aan transportmiddelen bijeen kan zame len, is voor ons een geheim. Ook aan het vervoer van munitie in tijd van oorlog is van wege het Legerbestuur de noodige aandacht gewijd. Als het meest doel matig vervoermiddel worden ook hierbij de pikolpaarden aangegeven. Uitvoerige berekeningen in het jaar 1862 toonden aan, dat, bij de toenmalige geweren en infanteriemunitie en volgens de toen gelden de formatie der bataljons Infanterie, 12 pikolpaarden (gerekend op 1500 patronen per man) per bataljon (van '6 compagniën en 720 man) noodig waren. Het veldleger destijds (volgens het toenmalige defensiestelsel?) o. m. op 30 bataljons Infanterie geschat zijnde, rekende men voor het vervoer der infanteriemunitie 360 paarden noodig te hebben. Yoor elk paard wilde men hebben twee kistjes, een draagbak en een geleider. Beschouwingen over die kistjes gaven de overtuiging, dat zij, in vergelijking met voertuigen, door ieder werkman met spoed en voor weinig geld kunnen worden aan gemaakt. Zie wat Daendels hieromtrent in zijne in den „Staat der N. O. I. bezittingen enz." te vinden instructiën gelastte, wanneer Batavia door de Engelschen mocht wor den aangevallen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 68