770 aan van veroordeeling van Europeesche militairen, wegens diefstal in de chambrée, tot vervallenverklaring van den militairen stand en eenige jaren kruiwagenstraf, „m Nederlandsch-Indië te ondergaan.'''' In de Nos. 8 en 13 vindt men insgelijks zulke beslissingen. Bravo! Het doel, meestal met dergelijke diefstallen beoogd, is dus door de hier bedoelde militairen niet geheel bereikt. "Wel kregen zij hun zin in zoo verre, dat zij uit den militairen dienst werden ontslagen, maar overigens zal de centrale gevangenis in het heete Samarangen niet eene of andere keurige gevangenis in het lekkere Hollandsche klimaat, hen gedurende eenige jaren huisvesten. En de „Ouwe Vrouw" en de „Ouwe Heer", die reeds met verlangen uitkeken naar de door hun „pand van liefde en trouw" geannonceerde spoedige terugkomst; de vrouwe, die volgens Piet Paaltjens hem als moeder onder 't harte droeg: de man, die, als vader, hem aangaf bij den Burgerlijken Stand, die arme menschen zijn bitter teleurgesteld. Hun zoon toch, de dief, bleef „voorloopig" in de-n-Oost. Moge de Indische militaire rechter ook in andere opzichten streven naar de handhaving van een „ijzeren krijgstucht" Nu echter volgt iets heel leelijks uit die "Dag-orders; iets, wat reeds gedurende vele jaren ieder soldaat ten ernstigste heeft gegriefd. Slaat men de laatste Dag-order van 1881 op, dan ziet men, dat de Europeesche fuselier T., wegens feitelijke insubordinatie, werd veroordeeld tot de straf des doods met den kogel, maar dat Z. E. de Gouverneur- Generaal hem den 20sten Augustus van die straf gratie verleende, met verandering in die van tien jaren detentie. Niemand onzer zal hierin iets vinden, wat minder goed is. Integendeel. Ieder soldaat zal de beslissing eerbiedigen van den Vertegenwoordiger des Konings, die, gebruik makende van het ook aan Hem verleende sou- vereine recht van gratie, van oordeel is geweest, dat het belang van de krijgstucht niet eischte, de wet in hare volle gestrengheid te doen toe passen. Maaren hier kom ik daar, waar ik wezen moet wèl zal ieder soldaat er zich aan ergeren, dat men in dezelfde Dag-order eene beslissing van den Opperlandvoogd vindt, lijnrecht in strijd met militaire begrippen over crimineele straffen en hare gevolgeneene beslissing, welke in '81 slechts één maal, doch in vroegere jaren herhaaldelijk is genomen. Wat toch is het geval? Den Inlandschen fuselier M. werd, wegens dezelfde misdaad, dezelfde straf opgelegd als aan zijn Europeeschen kameraad T. Maar bij een besluit van 28 Juli werd dien Inlander ver leend gratie van:

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 695