778 Het geweerin verband met eene Normaal-Schietschool. In No. 4 van dezen jaargang wordt door B. gepleit ten gunste eener Schietschool, om zoodoende te trachten een einde te maken aan het slechte schieten der Infanterie. Hoewel ik de meening ben toegedaan, dat zelfs bij het bestaan van eene Normaal-Schietschool nog zulke overwegende oorzaken blijven bestaan, die op het schieten der Infanterie zoodanig ongunstigen invloed moeten uitoefenen, dat de resultaten van zulk eene school zeer twijfelachtig zullen zijn in Nederlandsch-Indiê, ben ik er toch volstrekt geen tegenstander van. Maar de wijze, waarop B. het door hem geopperde denkbeeld ingang tracht te doen vinden, komt mij onbillijk voor. Hij tracht daarin als het ware eene geüsurpeerde suprematie der Artillerie-officieren te doen uitko men waardoor de Infanterie onmondig wordt gehouden, een oordeel te vellen over haar eigen wapen. Spoedig komt zeker de Cavalerie met gelijke klachten betreffende de karabijn, haar eigen wapen, en volgen dan licht de Mineurs met hun eigen wapen, de revolver. Frankrijk is een der weinige Europeesche Mogendhedendie geheel door eigen vinding en wijziging zich een vuurwapen voor haar Infanterie heeft verschaftwaarbij het van geen buitenlatidsche systemen heeft gebruik gemaakt. Wat leert ons nu de geschiedenis van het Fransche geweer? De kundige Infanterie-luitenant Delvigne was de eerste, die in 1826 het denkbeeld van geforceerde projectielen bij het geweer in toepassing trachtte te brengen. Hij ontwierp daartoe een karabijn, waarbij eene vernauwde kamer gelegenheid verschafte, om deu kogel door middel van den laadstok in den loop vast te doen aansluiten. Nadat eindelijk dit gronddenkbeeld in 1842 door den kapitein der Artillerie Thiêry gunstig was gewijzigd, werd in datzelfde jaar de eerste Schietschool opgericht te Vincennesmet het doel, onr jeugdige officieren een uitgebreid onderricht te verschaffen over de theorie en het gebruik der nieuwe wapens, en zoodoende gezonde denkbeelden dienaangaande bij het leger te doen veldwinnen. De eerste instructeurs aan deze inrichting waren de kapitein der Artil lerie Tamisier en de Jagerluitenant Minié. Spoedig echter werd deze school ook dienstbaar gemaakt aan het schiet- onderricht, en bekwam ze in dat opzicht eene algemeene vermaardheid wegens de bijzondere geëigendheid, die beide kundige leermeesters als zoodanig bleken te bezitten.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 703