mij eens is, zal mij toegeven, dat de Corpsschool ten eenenmale ongeschikt is tot vorming van kacler. Mijns inziens zou zij alleen geschikt, ja zelfs noodzakelijk zijn om een reeds goed gevormd kader in de gelegenheid te stellen, het vroeger geleerde te onder houden, en zelfs dan nog zoude het getal der te geven lessen van drie op vijf per week dienen gebracht te worden, terwijl de met het onderwijs belaste officier alsdan vrij van de weekdienst zoude moe ten zijn. Om een eenigszins ontwikkeld kader te vormen, is meer noodig dan te hooi en te gras eens anderhalf uur geoefend te worden in een of ander der aan de Corpsschool onderwezen wordende vakken. Daarvoor zoude noodig zijn eene speciale inrichting, laten we haar maar Kaderschool noemen, op gevaar af van sommigen onzer kameraden met schrik aan de Kaderschool van vroeger te doen den ken. Het is mij niet bekend of der vroegere Kaderschool ernstige gebreken aankleefden, doch het staat bij mij vast, dat, indien die in richting niet aan de verwachtingen heeft voldaan, dit alleen te wijten is aan hare gebrekkige organisatie. Eene Kaderschool moet aan alle eischen, die voor eene inrichting van onderwijs kunnen gesteld worden, voldoen; zij moet echter ook op alle mogelijke wijzen gesteund wordenzij moet een geheel zelf standig karakter dragen en daarom niet bij een der veld- of depot- bataljons zijn ingedeeld, doch wat bestuur, administratie, enz. betreft, geheel op zich zelve staan. De directeur moet zich daarom direct verhouden tot het Departement van Oorlog, in alles wat onderricht en opleidingvoordrachten tot benoeming of ontslag der instructeurs, enz., betreft en zou alleen, wat het personeel aangaat, moeten staan onder de bevelen van den commandant der afdeelingwaarin de school geplaatst is. De formatie der Kaderschool moet zoodanig zijn, dat zij, na verloop van tijd, geheel kan voorzien in de bij de corpsen bij het kader ontstane vacatures. Daar mij de sterkte van het kader van het Indische leger niet bekend is, kan ik voor die formatie geene bepaalde getallen aangeven, doch wel eenige algemeene gegevens verstrekken. De uitzending van kader uit Nederland is in de laatste jaren op verre na niet voldoende geweest, om in de bestaande behoefte te voorzien. Hoogstens zal deze uitzending voldoende zijn om het door

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 78