nog aan de inrichting liet aanzien van een strafcursus te geven.
Het uit Europa aankomende kader zoude minstens zes maanden
of langer, ter beoordeeling van den directeur der Kaderschool, aan
de lessen van die inrichting moeten deelnemen.
Het aldus gevormde kader zal ongetwijfeld aan de eischen, die in
den tegenwoordigen tijd moeten gesteld worden, kunnen voldoen. Het
is echter niet alleen voldoende, goed kader te vormen, maar men
moet ook steeds alles in het werk stellen om het kader in een toestand
van bruikbaarheid te houden, zoo mogelijk die bruikbaarheid nog te
verhoogen. Hit is echter een plicht, die geheel en al rust in de eerste
plaats op de corpscommandanten en luitenants-adjudant en in de tweede
plaats op de overige officieren. Deze moeten, ieder voor hun deel, het
kader leiden, door raad en voorbeeld steunen, hunne belangen behartigen
en geene gelegenheid laten voorbijgaan om hunne positie aangenamer
te maken en maatschappelijk te verbeteren. Als een uitstekend
middel zouden hiervoor kunnen dienen vereenigingen van onder
officieren, onder bescherming en toezicht van een der officieren
van het corps, liefst van den luitenant-adjudant, die toch in do
eerste plaats zich het lot van het kader moet aantrekken; het
door de officieren beurtelings houden van voordrachten over mili
taire onderwerpen, als corpsgeest, kameraadschap, uitoefening van
gezag, wijze van behandeling van verschillende categoriën van
minderen der verschillende landaarden en over niet zuiver mi
litaire onderwerpen, als gedrag tegenover burgerleden der maatschappij,
inrichting der burgermaatschappij, bestuur van het land, enz., in
een woord, alle onderwerpen, die dienen kunnen om de aandacht
van het kader nu en dan eens te brengen op onderwerpen, die in
de kazerne zelden of niet op de ware manier worden besproken.
Daardoor zal voorkomen worden, dat de geest der meeste onder
officieren en korporaals eene te eenzijdige richting aanneemt, waar
door zij, later in de burgermaatschappij teruggetreden, zich daar
niet meer te huis gevoelen, hetgeen voor velen een struikelblok is om
na verkregen gagement in de eene of andere burgerbetrekking over
te gaan. Yooral ook moet het kader door de officieren steeds op eene
beleefde, fatsoenlijke wijze behandeld worden; zij moeten zich ont
houden om zich in tegenwoordigheid van minderen woorden tegen