84 't staatsrechtalsof deze vereeniging zich minder bewust ware van het belang, dat het leger heeft voor de maatschappij. Gelijk Mr. Levy terecht heeft aangetoond, het leger is de zenuw van den staat. Ontneemt men aan het leger de tucht, dan loopt men gevaar te verwrikken wat onaantastbaar moet blijven. Hij waarschuwt de ver gadering, dat niets ontnomen worde aan de kracht en de waarde van het leger. De heer Eyssell heelt gezegd, dat de bekentenis van het gebrek kige van den bestaanden toestand wijst op de noodzakelijkheid van op heffing van het bestaande. Een wijze wetgever behoort echter te hervormen, niet te vernielen. Geen chauvinismemaar ook geen afbreken zonder daarvoor iets in de plaats te stellen. Men moet zich ook niet door gelijkheid van woorden laten verleiden. Dat tucht vereischte van het leger is, is een axioma, maar tucht heeft ook de beteekenis van disciplinaire straffen, die door den commandant kunnen worden opgelegd. Dat de Iiooge Raad cassatie uitoefen® in militaire zaken, wil spreker gaarne toegeven, maar de hoofdzaak is dat wat militair is, door den mi litairen rechter worde berecht. De beraadslagingen worden gesloten. Waarna wordt gestemd over de vraagpunten 1. Behoort de rechtspraak over het krijgsvolk, bedoeld in art. 146 der Grondwet, voor zoo veel militaire misdrijven betreft, opgedragen te zijn aan krijgsraden: a. In den toestand van oorlog en beleg? Algemeen bevestigend. b. Yoor zoo veel het krijgsvolk te water betreft buitengaats Bijna al- aan gemeen bevestigend. c. In tijd van vrede en binnengaats? 26 voor, 20 tegen. 2. Beantwoord naar de onderscheiding sub 1 c. Zoo ja, behoort die zich ook uit te strekken tot de gewone misdrijven door militairen gepleegd 18 voor, 28 tegen. 3. Geldt het ten aanzien van vraag 2 gegeven antwoord ook die gewone misdrijven, waartegen, wegens eene of andere omstandigheid van militair belang, zwaardere of andere straf bij de wet is bedreigd Met 27 tegen 17 bevestigend beantwoord. 4. Behooren, voor zoo veel krijgsraden de rechtspraak uitoefenen, rechts geleerden aan hunne werkzaamheden deel te nemen: met beslissende stem? of als adviseur.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 95