86 eenige jaren auditeur-militair te 's Hertogenbosch en is er nu nog. Hoe lang is Mr. Pols wel niet auditeur-militair geweest? Zulke meesters en zij, die gedurende vijf en twintig jaren onafgebroken zitting hebben ge nomen in het hoogste rechterlijk militair college, weten wat militair recht is. Zulke meesters kunnen op hunne ondervinding en kennis van dat recht wijzen en de litteratuur er van verrijken, zoo als Mr. Pols met zijn bekend standaardwerk heeft gedaan of, in dat hoogste college geze ten, eene jurisprudentie geven, die in Indië slechts overgenomen wordt. Dat Mr. Pols als specialiteit moet beschouwd worden, krachtens den arbeid, dien hij gedurende een menschenleeftijd op dit gebied verricht heeft en krachtens de resultaten, die hij daarvan, in een doorwrocht werk, aan het publiek liet zien, is onbetwistbaar. Tegenover hem is de Kolonel van den Generalen staf in het Nederland- sche leger, de oud-Minister van Oorlog Den Beer Poortugael, al hielp hij zelfs als Minister de Wet van 14 November 1879 (Nederlandsch Staatsblad N°'s 191 en 192) tot stand brengen, niet veel meer dan een leerling. De Kolonel Den Beer is ongetwijfeld een zéér kundig hoofdofficier. Hij heeft véél van zich laten hooren. Hij is gedurende zijn geheelen diensttijd bijna altijd in speciale betrekkingen (let wel buiten de gelederen) geweest, waar men niet veel r«c/<fekennis opdoet. Hij heeft véél geschreven: over krijgsgeschie denis, over legerorganisatie, over landsverdediging, over oorlogsrecht, over zeeoorlog, over intendancedienst en legerverpleging, over wetgeving en staat kunde, ja over veelmeer nog, dat wij niet en nooit kunnen lezen; als luitenant werkte hij bij het Ministerie van Oorlog, als kapitein was hij bij den Generalen staf, als majoor, directeur der Stafschool, later, als luitenant kolonel, Hoofd-Intendant der Militaire Administratie, daarna als kolonel Minister van Oorlog en thans is hij weder bij den Generalen staf. Zoo iemand moet ontegenzeggelijk knap, zeer knap zijn; maar een men- schenhoofd kan niet alles te gelijk bevatten; men kan veel algemeene kennis bezitten, maar men kan niet in alles uitmuntendat is nu een maal onmogelijk, al laten ook sommigen het tegendeel van zich veron derstellen. De Kolonel Den Beer is wellicht een specialiteit in interna tionaal, in oorlogs- en zeerecht, hij is het niet in militair recht. Laat hij zijne geloofsbrieven toonen met die van Prof'. Mr. Pols Wie zijn de andere juristen, die eene opinie durfden te verkondigen over een exceptioneel en weinig bekend recht, dat zij nooit beoefend hebben? Wij weten genoeg, dat b. v. de Mrs. Lévy en Polak uit Am sterdam specialiteiten, meestersin een ander recht zijn. Mais une seule gloire ne leur suffit pas. Zóó was het ook met Prof. Mr. Van Hamel

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 97