90
over slooten, de pantalon uitscheurde, niet alleen ter hoogte, waar de
souspieds bevestigd waren, maar ook in het kruis. Zeer dikwijls werd
ook opgemerkt, dat'wanneer eene tirailleurlinie voor eene sloot kwam, de min
dere militairen er met glans oversprongen, terwijl de officieren of eene
smalle plaats moesten zoeken of er door heen moesten baden, alleen om
dat zij door de souspieds in den sprong gehinderd werden.
De mindere militair, die hiervan goene ondervinding heeft en dus niet weet,
waaraan dit ellendig voorbeeld zijner officieren is toe te schrijven, wijt dit
natuurlijk aan weinig bedrevenheidkortom de officier maakt bij zulk
eene gelegenheid een mal figuur in het oog zijner ondergeschikten.
Kunnen de souspieds dus geheel worden afgeschaft, zoo geloof ik, dat
hierdoor aan een algemeenen wensch zal voldaan worden. Mocht echter
eene nette kleeding vorderen, dat de souspieds bij de uniform blijven be
staan, dan geloof ik toch, dat het geen bezwaar zal opleveren, die voor
beide bovengenoemde tenue's af te schaften.
Natuurlijk heeft dit voorstel ook betrekking op de bereden officieren der
Infanterie, voor de gevallen, dat zij niet te paard verschijnen.
V. Gr.,
1„ Luitenant der Infanterie.
De Paardenarts in het Indische lecjer.
Als eene zeer ongewone zaak (sinds 1875 toch is 't niet gebeurd) was
er deze maand promotie bij de Paardenartsen te lezen.
Naar aanleiding daarvan wensch ik iets aangaande den Paardenarts van
het Nederlandsch-Indische leger te zeggen.
Dat zijne positie niet schitterend dat zijn stelsel van bevordering onbillijk
is, dat hij meer moest gelijk gesteld zijn met andere officieren en door
zijne studiën en wetenschappelijke kennis zeker niet achter mag staan
bij andere officieren, dat alles is in een opstel in dit tijdschrift van Mei
1881 uiteengezet.
Wat daar geschreven staat, is waarToch is het niet onnoodig, nog
maals op enkele zaken terug te komen.
Van een Paardenarts wordt tegenwoordig al een zeer willekeurig ge
bruik gemaakt. Men zuigt alles uit hem, wat er in zit, maar beloont
hem niet, noch door zijne positie in billijke verhouding te brengen met
die der overige officieren, noch door hem in 't genot te stellen van eenige