104 ae straf van het hoogst getal slagen met het afnemen der coearde voor den langst bepaalden tijd en detentie door militaire detentie van vier maanden tot twee jaren; de straf van slagen met het afnemen der coearde en detentie, de straf van slagen met het afnemen der coearde en de straf van slagen met arrest of detentie door militaire detentie van twee maanden tot een jaar; de straf van slagen en de straf van detentie door militaire detentie van' hoogstens acht maanden. De straf van slagen met het wegzenden als eerlooze schelm wordt voor de gevallen, voorkomende in de artikelen 106, 195 en 200 van het Cri mineel "Wetboek voor het krijgsvolk te lande, vervangen door militaire gevangenisstraf van hoogstens tien jaren, voor het geval van art. 141 van dat wetboek door militaire detentie van vier maanden tot twee jaren, en vervalt door alle andere gevallen. Waar de kruiwagenstraf voor een bepaald aantal jaren zonder opgave van maximum is bedreigd, wordt hoogstens dit aantal jaren en minstens een jaar militaire gevangenisstraf opgelegd. Waar de straf van cassatie zonder nadere bijvoeging is bedreigdheeft de rechter do keus tussehen de straffen, hierboven aangewezen, als ver vangende de drie in het Crimineel Wetboek voor het krijgsvolk te lande voorkomende soorten van cassatie. Art 20. Do artikelen 16 en 18-52 van het Crimineel Wetboek voor het krijgsvolk te lande zijn afgeschaft. Art. 21. Artikel 52 van de wet op den overgang van de vroegere tot de nieuwe wetgeving is op deze wet toepasselijk. (Wordt vervolgd.) De ransel der Infanterie. Dat de ransel, thans bij ons leger in gebruik, vrij onpractisch is, willen wij gaarne toegeven; hij knelt onder de armen, is meestal niet bestand tegen den regen, vrij onsterk en veel te klein, waardoor hij niet aan zijne bestemming voldoet. Echter is, naar wij vermeenon, de wijze van oorlogvoeren, door ons in Atjeh gevolgd, waarop men zich. voor de afschaffing van den ransel wel eens beroept, juist niet de normale voor de Indische oorlogen te noe men, daar de troepen, uitzonderingen daargelaten, zich nooit ver van de operatiebasis verwijderd hebben en bij het uitrukken meestal de bagage in de later weder in te nemen position achterlieten.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 115