HET MILITAIR TRANSPORTWEZEN. TE LAND IN INDIË. Vervolg en slot. Zie aft. No. 1.) liet was gemakkelijk te begrijpen, dat ook de slechte regeling van het transportwezen te land den scherpen en practischen blik van den bekwamen en energieken Legercommandant van 1869—1873 niet zoude ontsnappen. Liet uitbreken van den oorlog van 1870 1871 deed den Generaal Kroesen ook aan de organisatie van het transport wezen bij het Indische leger denken. Zijne rijke ondervinding had hem geleerd, dat de samenstelling der transportparken bij het uit rusten van expedition steeds aau groote bezwareu onderhevig is. Ge brekkiger inrichting bestaat er dan ook wellicht bij geen ander strijd vaardig- leger. Bij dien Legercommandant stond echter het denkbeeld vast, dat het militair transportwezen in Indie zeer goed geregeld zoude kunnen worden. Om hiertoe te geraken, moest men, even als dit in de Europeesche legers het geval is, een corps samenstellen, dat uitsluitend dienst doet bij de transporten, de pikolpaarden bestuurt en verzorgt en zelf de koeliediensten waarneemt. Dit corps zou ge heel uit Inlanders moeten bestaan, door goede Europeesche officieren en onderofficieren geleid en bestuurd en geheel op militairen voet geschoeid moeten worden. De bezoldiging, voeding en kleeding zou den aan die der Infanterie moeten worden gelijk gesteld. Het corps moest den naam dragen van Transporttrein cn in den regel gesta tioneerd zijn op de drie hoofdplaatsen van Javate Padang en te Willem I. In gewone tjjden zou het daar in de algemeene militaire magazijnen werkzaam kunnen zijn en tevens belast worden met de transporten naar de binnenlanden, waartoe natuurlijk aan het corps karren, trek- en draag vee toegevoegd en deze op militaire wijze be heerd moeten worden. De Generaal was van meening, dat dit corps 8

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 124